De wereldwijd toonaangevende Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) stelt de Nederlandse risicobenadering van ziekten en plagen in de veehouderij en de akkerbouw internationaal als voorbeeld.
De organisatie benadrukt een aantal positieve punten van de Nederlandse aanpak. De beperkte beschikbaarheid van gefinancierde hulp door de overheid achteraf vereist dat alle partijen in de keten proactief hun risicoblootstelling beoordelen en planmatig werken om risico's te vermijden en te beperken. Niet achteraf reageren maar vooraf handelen en dat in gezamenlijk overleg tussen alle schakels in de productieketen en de overheid. Ook de financiële solidariteit tussen de ketenpartijen onderling en evaluatie op doeltreffendheid van het beleid, noemt de OESO als sterke punten. Het Diergezondheidsfonds en de onderlinge waarborgmaatschappij Potatopol worden als voorbeeld gesteld.
Klimaatverandering en coronacrisis
Dat blijkt uit het begin september gepubliceerde OESO rapport 'Strengthening Agricultural Resilience in the Face of Multiple Risks'. Weerbaarheid of veerkracht (resilience) wordt gedefinieerd als het vermogen om zich voor te bereiden en te plannen, te ondergaan, te herstellen van, met succes aan te passen aan en te groeien naar een hoger niveau als reactie op ongunstige gebeurtenissen.
Het rapport benadrukt het belang van planning en preventie, terwijl er ook voor wordt gezorgd dat landbouwsystemen flexibel genoeg blijven om te reageren op toekomstige onzekerheid. Klimaatverandering en de coronacrisis vormen de actuele aanleiding voor de OESO studie, dat een raamwerk van goed risicobeheer en maximalisering van de veerkracht van de agrarische sector bevat.
Dit raamwerk wordt aan de hand van 4 landen geïllustreerd: de strijd in Australië tegen droogte, de Canadese (preventieve) aanpak bij natuurrampen en het Italiaanse en Nederlandse dierziekte-en plantgezondheidsbeleid.
Samenwerking in de keten
Het Nederlandse beleid scoort relatief goed, met name vanwege de preventieve aanpak, de focus op samenwerking en de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Een pluspunt hierbij is dat het beleid kan profiteren van het gunstige innovatieklimaat dat in Nederland heerst, schrijven de OESO onderzoekers.
Een factor die waarschijnlijk bijdraagt aan het succes van de Nederlandse regelingen voor risicobeheer voor dieren en planten, is het samenwerkingsproces waaronder de kaders worden ontwikkeld. Alle relevante belanghebbenden zijn betrokken bij de risicobeoordeling, monitoring, preventie, evaluatie en beleidsvormingsprocessen, Dit draagt ertoe bij dat alle schakels in de keten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden voor het beheersen van het risico op dier- en plantenziekten en worden blootgesteld aan sterke prikkels om dit te doen.
Tijdige melding uitbraken
Deze aanpak heeft ook bijgedragen tot een grotere aanvaardbaarheid van maatregelen rondom ziektebestrijding in de veehouderij, aangezien agrarische bedrijven vooraf worden geïnformeerd over mogelijke maatregelen en financieel worden gestimuleerd om vermoedelijke uitbraken snel te melden.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/artikel/10889334/hollandse-agrosector-wereldwijd-voorbeeld]Hollandse agrosector wereldwijd voorbeeld[/url]