Het grasseizoen is enkele weken geleden geopend. Vele boeren hebben inmiddels de eerste snede van het land gehaald, of hebben het op de planning staan. Agnes van den Pol-van Dasselaar, lector grasland en beweiding aan de Aeres Hogeschool in Dronten, vertelt in deze column waar de kracht van gras ligt.
“Voorsorteren op een eiwitlimiet in krachtvoer, wettelijke eiwitlimiet, maximering eiwitgehalte, enzovoort, enzovoort”: de kranten staan vol met de (on)wenselijkheid van een limiet aan eiwit in het krachtvoer vanaf de zomer. Feit is en blijft dat er met zo’n limiet veel sturingsmogelijkheden wegvallen.
Sturingsmogelijkheden
Des te belangrijker om naar andere sturingsmogelijkheden te kijken. Krachtvoer is niet het enige voer waar we mee kunnen sturen. Er ligt een belangrijke rol voor gras. Grasland krijgt steeds meer waarde in de melkveehouderij. Het is een bron van goedkoop en smakelijk ruwvoer en levert daarnaast nog veel meer zoals koolstofvastlegging in de bodem en biodiversiteit. Én het is dus een belangrijke bron van eiwit op melkveebedrijven.
Het mooie is dat je als veehouder voor een groot deel zelf je eiwitgehalte in het geoogste gras kunt sturen. Het weer heb je niet in de hand. Maar door de beslissingen die je neemt, krijg je een hoger of juist een lager eiwitgehalte in de graskuil, of weiden de koeien op gras met een hoger of juist een lager eiwitgehalte.
Eiwit
De belangrijkste knoppen waar je aan draait zijn stikstofbemesting en het tijdstip waarop je maait of weidt. Een hogere stikstofbemesting geeft meer eiwit in het gras, net als vroeg maaien of vroeg inscharen. Er zijn een paar eenvoudige regels, die pas nog zijn samengevat door de CBGV (Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen). Geef je 10 kg minder stikstof, dan daalt het ruw eiwitgehalte bij een weidesnede met 6-7 gram per kilogram droge stof en bij een maaisnede met 5-6 gram.
Een andere belangrijke vuistregel is dat het ruw eiwitgehalte van gras per dag afneemt met ongeveer 4 gram per kilogram droge stof. Een paar dagen later maaien of inscharen geeft dus al snel een lager eiwitgehalte. Je hebt dan wel een hogere opbrengst, maar door de lagere kwaliteit heb je ook meer krachtvoer nodig voor gelijke melkproductie. Door een paar dagen eerder in actie te komen, voer je ruwvoer met een hoger eiwitgehalte.
Houd die grammen per kilo dit groeiseizoen in het achterhoofd. Kennis over sturingsmogelijkheden in gras hoort bij het vakmanschap waarmee je het verschil kunt maken op je melkveebedrijf. Niet te veel eiwit, niet te weinig eiwit. Dat geldt natuurlijk niet alleen nu, maar juist ook in de komende jaren. Grasland blijft een belangrijke basisrol vervullen op het melkveebedrijf.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.