Loonbedrijf Hofmeijer in het Gelderse Voorst verzorgt voor klanten zowel nazaai, gelijkzaai als onderzaai van vanggewassen in maïs. De onkruidbestrijding is daardoor een flinke puzzel geworden.
"Twee seizoenen terug liepen we gewoon de zaaidata na en wisten we wanneer we bij welke klant moesten spuiten. Nu hebben we een uitgebreid Excel-schema nodig om overal op tijd erbij te zijn. Verder is het aantal spuitmixen ook nog eens verdubbeld van 2 naar 4 en hebben we meer toevoegingen voor probleempercelen'', vertelt directeur Herbert Hofmeijer.
"Ja, het is de afgelopen jaren behoorlijk zoeken geweest om maïsteelt met onderzaai in te passen in onze bedrijfsvoering. En daarbij waren mijn planner en ik het ook nog niet altijd eens over welke methode het beste uit zou pakken voor ons werkgebied. Je kunt dus wel zeggen dat het een flinke puzzel is geweest.''
Herbert Hofmeijer blikt met een glimlach terug op de 'lange aanloop' naar 2019, het eerste jaar met verplichte inzaai van een vanggewas. Naast het opdoen van kennis op proefboerderijen en op proefpercelen, analyseerde het loonbedrijf ook haar eigen zaai-, spuit- en oogstdata van voorgaande jaren, met als doel daarin verbanden te vinden die wellicht naar 1 'meest geschikte' maïsteeltsysteem zouden kunnen leiden. "Maar die verbanden vonden we dus niet. We zitten in Midden-Nederland en zweven daar met de vroegheid van de maïs ook een beetje tussenin. De afrijping is te grillig en te onvoorspelbaar om 1 optimaal teeltsystemen naar voren te schuiven. De enige conclusie die we konden trekken was dat elk seizoen weer net even anders is en dat we dus meerdere teelt- en onderzaaiopties moesten aanbieden."
Onderzaai meest toegepast
Momenteel verzorgt het loonbedrijf zo'n 760 hectare maïs voor klanten, waarvan zo'n 200 hectare op klei en 560 hectare op zandgrond. Van de maïs op zand werd afgelopen seizoen op ongeveer 100 hectare een groenbemester nagezaaid (en de maïs dus voor 1 oktober geoogst). Van de overige 460 hectare werd op zo'n 400 hectare een vanggewas (Italiaans of Engels raaigras) later ondergezaaid. Op de overige 60 hectare werden maïs en vanggewas (rietzwenk) gelijktijdig gezaaid.
De verdeling is volgens Hofmeijer grotendeels tot stand gekomen tijdens een voorlichtingsmiddag voor telers. "We hebben toen gepolst wat maïstelers zelf zouden willen, maar merkten al gauw dat de meesten het graag aan ons overlaten. Een belangrijke parameter is de aanwezigheid van gladvingergras. Op percelen waar dit een probleem is, valt de optie van gelijkzaai min of meer af. Rietzwenk heeft namelijk te veel te lijden van middelen die gladvingergras goed kunnen bestrijden. Verder is er een groep maïstelers die geen problemen heeft met een vroege oogst, geen gedoe wil met onderzaai of daar gewoon niet extra voor wil betalen. Daar hebben we maïs op de gangbare manier – zonder onderzaai – gezaaid. Bij veruit de grootste groep hebben we onderzaai toegepast, hoofdzakelijk met Italiaans raaigras, maar deels ook met Engels raaigras", zo somt de loonwerker op.
Onkruidbestrijding meer maatwerk
Volgens Hofmeijer zijn zowel gelijkzaai als onderzaai het afgelopen seizoen redelijk tot goed uit de verf gekomen. "De later ondergezaaide raaigrassen hadden het even moeilijk met de droogte, maar hebben zich toch nog zodanig kunnen ontwikkelen dat er na de maïsoogst een 'net geslaagd' grasmatje lag. Percelen met slechts enkele sprieten of helemaal geen gras hebben we nagenoeg niet gezien. Echte tegenvallers of teleurstellingen hebben wij dus niet gehad." Voor komend seizoen verwacht hij dan ook dat slechts een aantal telers afscheid neemt van onderzaai en overschakelt op nazaai van een vanggewas in combinatie met een (zeer) vroeg maïsras.
Met de komst van het onderzaaien is ook de onkruidbestrijding meer maatwerk geworden dan voorheen. "Behalve met de zaaidatum van maïs en de onkruidsituatie in het perceel, moeten we nu ook rekening houden met het vanggewas. Ook die gegevens – zoals de grassoort, de zaaidatum en de weersomstandigheden die dan gelden – bepalen voor een deel de spuitmix", verteltHofmeijer.
Afgelopen seizoen werden er daarom 4 verschillende mixen toegepast, waarvan 2 voor de onderzaaisystemen en 2 voor de conventionele maïsteelt zonder onderzaai.
Basismix met Laudis
Voor maïsteelt met onderzaai is het afgelopen seizoen hoofdzakelijk gekozen voor een basismix met Laudis, Calaris®, Milagro® en Kart®. "Hiermee kunnen we niet alleen gangbare onkruiden, zoals hanenpoot, melde, ooievaarsbek en duivenkervel, goed opruimen, maar pakken we ook kamille en gladvingergras redelijk goed mee. Het is dus een hele mooie basis, waar we naar believen extra middelen tegen specifieke onkruiden aan toe kunnen voegen", aldus Hofmeijer. Nog een mooie plus is dat deze mix veilig is voor het vanggewas en daardoor al een week na onderzaai ingezet kan worden. "Die flexibiliteit is heel prettig, zeker nu we met zoveel verschillende teeltsystemen werken."
Voor komend seizoen is – in overleg met adviseur en middelenleverancier Geert Schieven – opnieuw voor de basismix met Laudis, Calaris, Milagro en Kart gekozen. "Het heeft bij ons prima gewerkt, dus waarom zouden we het nu anders doen?", aldus Hofmeijer.
Calaris® en Milagro® zijn geregistreerde handelsmerken van Syngenta Kart® is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience