Crisis- en Herstelwet extra mes op keel veehouderij

Regionale overheden die de omgevingsvergunning verlenen en handhaven, hebben met een nieuw onderdeel van de Crisis & Herstelwet een middel in handen om de geur-, fijnstof- en ammoniakuitstoot van veebedrijven te reduceren.

Dat meldt jurist Franca Damen op haar website. In de provincies Gelderland, Noord-Brabant en Limburg komt er zogenaamde experimenteerruimte voor 'overbelaste situaties' in de veehouderij.

Aanpassing vergunningen
Het bevoegd gezag kan bij wijze van experiment maatregelen opleggen om de overbelasting in termen van geur, fijn stof en ammoniak naar de omgeving toe te beperken. Ook kan het intern salderen, zoals beschreven in het Besluit emissiearme huisvesting worden beperkt. De voorgestelde wettekst voorziet verder in de mogelijkheid om het beleid rondom vergunningverlening en intrekken van vergunningen aan te passen, met het oog op overbelasting van de omgeving door veehouderijen.

Zienswijze LTO/POV
Op 7 februari is het 21ste tranche wettekst voorstel gepubliceerd, waarna 4 weken lang zienswijzen konden worden ingebracht. (Publicatie Staatscourant) Dit hebben LTO en POV gezamenlijk gedaan. Begin maart hebben ze hun standpunt gepubliceerd, maar vanwege de stikstofproblematiek en de coronacrisis heeft het tot nu toe nauwelijks aandacht gehad. De belangenorganisaties zijn nog in afwachting van een reactie van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

Ze vrezen door het nieuwe besluit - dat overigens nog niet in werking is getreden -  teveel te worden overgeleverd aan de plaatselijke politiek. Het nieuwe besluit kan leiden tot een willekeur aan regels, al dan niet onderbouwd. Dat baart beide belangenorganisaties grote zorgen.

De nieuwe regelgeving biedt echter ook ruimte voor pilots om innovaties te versnellen. Nu lopen innovaties geregeld stuk op de regelgeving, zoals bijvoorbeeld het aanpakken van ammoniak bij de bron met real time metingen. Daarvoor is bij beiden wel waardering.

Experiment niet tot 2031
POV en LTO verbazen zich erover dat het experiment tot 2031 loopt. Daarmee wekt het ministerie van I & W de schijn dat het om een reguliere aanpassing van de regelgeving gaat. „Een experiment kan hooguit twee tot drie jaar duren. Daarna moet het experiment worden geëvalueerd en eventueel opgenomen in reguliere wetgeving."

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.