CDA denkt richting D66: krimp landbouwsector

Het CDA denkt na over een koerswijziging voor de Nederlandse land- en tuinbouw. Volgens het wetenschappelijk instituut van de politieke partij moet de boer af van de bulkproductie, meer geld kunnen verdienen aan kwaliteitsproducten en dichter bij de burger komen te staan.

'De waarden duurzaamheid en dierenwelzijn en het inkomen van de boeren moeten belangrijker zijn dan de ambitie om de tweede voedselexporteur van de wereld te willen blijven', zo staat in het rapport 'Zij aan zij', een toekomstperspectief voor Nederland in 2030. Dit rapport dient als discussiestuk op het CDA-partijcongres komende zaterdag. 

De CDA-commissie die het rapport heeft samengesteld oordeelt dat 'we boeren meer als deel van onze leefomgeving moeten zien.' De commissie ziet de Nederlandse boer in de toekomst kwaliteitsproducten produceren voor de vrije wereldmarkt en de lokale Nederlandse markt. Lokaal ziet de partij veel heil in een nieuwe coöperatievorm die is gericht op boer-burger samenwerking. 'Hierbij verkoopt de boer rechtreeks aan de burgers en wordt de boerderij een inspirerende leeromgeving voor jonge generaties.' Het CDA heeft hier waarschijnlijk gekeken naar het concept Herenboeren.

Boer en burger verbinden
Volgens de partij komen de burgers zo weer in contact met hun voedselbron: de boeren. 'De voordelen zijn legio: eerlijk voedsel uit de eigen regio, meer biodiversiteit, minder ongewenste schaalvergroting en minder voedselverspilling in een lange voedselketen.' Het CDA verwacht dat deze aanpak boeren en burgers met elkaar verbindt is de aanpak van volgens haar urgente vraagstukken: klimaat, voedsel en landbouw.

Het plan van het CDA in de praktijk invoeren, betekent dat heel de Nederlandse voedselketen moet worden opgeschud. Dat erkent Leonard Geluk, de voorzitter van de CDA-commissie, ook in het AD. "De focus in de landbouw heeft heel lang gelegen bij de export, schaalvergroting en winstmaximalisatie voor tussenschakels zoals supermarkten. Maar als dat ten koste gaat van het inkomen van boeren en de ecologie, dan moet er wat veranderen.”

Geen agrarische invloed
Het uitvoeren van het plan betekent ook ontegenzeggelijk een krimp van de Nederlandse veestapel en de landbouw. De CDA-commissie, waar overigens geen enkele agrarische vertegenwoordiger in zit, brandt zich niet aan zulke uitspraken. Maar de argumentatie van: kiezen voor kwaliteit, produceren voor de lokale markt, niet meer de tweede wereldexporteur willen zijn, ongewenste schaalvergroting tegengaan en natuur en landbouw in balans brengen, klinken D66-Kamerlid Tjeerd de Groot ongetwijfeld als muziek in de oren.

Achter het D66-standpunt om de veestapel te halveren, schuilt ook een dergelijke visie op de Nederlandse landbouw. 'Meer verdienen met minder', noemt De Groot het regelmatig. De onderbouwing hiervan, hoe de Nederlandse boer werkelijk een hoger inkomen kan verdienen in Nederland als onderdeel van een wereldmarkt, ontbreekt vooralsnog bij zowel het CDA als D66.

Huidige landbouw niet houdbaar
De huidige structuur van de Nederlandse agrarische keten is volgens het CDA niet langer houdbaar, zo schrijft de commissie in het rapport. 'Dierenwelzijn, leefmilieu, diergezondheid en natuur moeten in balans worden gebracht met de economische verdienmotieven. Om die balans te bereiken, is een complex regelgeving-systeem opgetuigd, dat nauwelijks uitvoerbaar is voor de boeren en zeker niet meer te handhaven is. Veel boeren ervaren deze regeldruk als bron van rechtsonzekerheid en voelen zich daardoor steeds minder verantwoordelijk voor hun eigen handelen.'

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.