Het tekort aan arbeidsmigranten is voelbaar, zeker in de landbouw, de sector met het grootste aandeel werknemers uit Midden- en Oost-Nederland. Grote uitzendbureaus kunnen niet of nauwelijks aan de vraag van boeren voldoen en als we de prognoses mogen geloven wordt dat probleem komende jaren alleen maar groter.
Bij de meeste uitzendbureaus is het momenteel hectisch. De vraag naar tijdelijke arbeidskrachten is in deze tijd van het jaar groot, mede ingegeven door de seizoenswerkzaamheden in de agrarische sector. Het wordt echter steeds lastiger om die vraag in te vullen. Door de sterke economische groei in Oost-Europa zoeken steeds minder Oost-Europeanen werk in West-Europa. Daarnaast gaan de hier reeds gevestigde arbeidsmigranten er sneller voor kiezen om terug te keren. ABN Amro verwacht dat het aantal in Nederland werkzame Oost-Europese arbeidskrachten geleidelijk afneemt.
Die ontwikkeling staat haaks op de sterk groeiende vraag naar arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa, de zogenaamde MOE-landen. Terwijl het economisch gunstige tijden zijn, krimpt door vergrijzing en ontgroening vanaf 2021 de beroepsbevolking in Nederland. Het aantal arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa dat in Nederland actief is als werknemer lag in 2016 op 371.000, blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. Samen vervulden zij 514.000 verschillende banen, wat neerkomt op 4,7% van het totaal aantal beschikbare banen in Nederland. Dat betekent dat bijna 1 op de 20 banen in Nederland werd ingevuld door een MOE-lander.
Minder Poolse krachten
In de agrarische sector is, door de vele seizoensarbeid, de afhankelijkheid van werknemers uit Oost-Europa het grootst. Van de MOE-landers in Nederland werkt 26,4% in de land- en tuinbouw, gevolgd door de uitzendbranche met 20,8% (waar het ook vaak om agrarische werkplekken gaat). Nu de werkgelegenheid en het arbeidsloon in Oost-Europa groeien, en de motivatie van Oost-Europeanen om deze kant op te komen daalt, ontstaan er knelpunten. "Met name in de sectoren landbouw en logistiek", beaamt Simone Nederend van ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen). "We horen van onze leden dat het steeds lastiger wordt om de vraag in te vullen." Met name het aanbod Polen daalt. "Organisaties moeten verder weg op zoek naar arbeidskrachten. Bijvoorbeeld in Italië en Spanje waar veel Roemenen werken."
Harold van Leeuwen
Harold van Leeuwen van uitzendorganisatie AB Midden Nederland herkent die ontwikkeling. "Wij zijn helemaal ingericht op Polen en omliggende landen als Roemenië, Letland, Slowakije, Slovenië en Litouwen. Dankzij onze 5 recruiters met een goed netwerk groeien we nog steeds, maar het kost wel steeds meer energie. Sommige vacatures zijn lastig in te vullen, aan zowel de boven- als onderkant. Er zijn uitzendbureaus die verder kijken, bijvoorbeeld in Azië. Dan wordt het organisatorisch echter een stuk ingewikkelder, denk aan vergunningen en vliegtickets. Wij zijn van mening dat zo lang we de arbeidsmigranten goed verzorgen, qua huisvesting en salaris, we de vraag dichter bij huis kunnen blijven invullen."
Hogere lonen nodig
Daarvoor moeten volgens Van Leeuwen wel de lonen omhoog. "Arbeidsmigranten kunnen nu kiezen en gaan niet voor een paar euro vis fileren." Problemen ontstaan dan ook met name bij slecht betaald, zwaar en vuil werk. "De agrarische sector is wat dat betreft niet zo sexy. In de tuinbouw en veehouderij zijn werkplekken lastig in te vullen." Huisvesting is bovendien een groot issue. "Neem de fruitsector, waar wij nu zo’n 400 arbeidsmigranten aan het werk hebben. We vragen werkgevers in deze sector actief mee te denken en zelf de huisvesting op het bedrijf te organiseren."
In een eerdere sectorprognose stelt ABN Amro dat de agrarische sector kampt met een krapper wordende arbeidsmarkt. De vacaturegraad (het aantal vacatures per 1.000 banen) in de landbouw is in twee jaar tijd gestegen van 9 naar 20. Steeds meer boeren en tuinders ervaren het tekort aan arbeidskrachten als een belemmering in hun bedrijfsvoering, waardoor groei wordt beperkt. Het tekort aan lager opgeleid personeel is het grootst. Het CBS meldde eerder dit jaar dat er de komende jaren zo’n 50.000 extra arbeidsmigranten nodig zijn om de banen in ons land vervuld te krijgen.
Europese verschuivingen
De grote behoefte aan arbeidsmigranten speelt niet alleen in Nederland. Neem bijvoorbeeld Duitsland dat eveneens te maken heeft met een sterke vergrijzing. Volgens recent onderzoek heeft het land tot 2060 per jaar 260.000 migranten nodig om de gevolgen daarvan op te vangen. Buurland Polen, waar nu veel Oekraïners werken, roept de 'eigen' mensen terug nu de economie in het land aantrekt. In de omliggende landen Oekraïne, Hongarije, Roemenië en Bulgarije kiezen inwoners er vaak voor om over de grens een beter leven op te bouwen met betere lonen, waardoor in deze landen zelf ook weer arbeidstekorten ontstaan. Kortom, ook in Midden- en Oost-Europa zijn arbeidsmigranten nodig.
Brexit positieve impuls
Voor Nederland geldt volgens Nora Neuteboom, Econoom Opkomende Markten van ABN Amro, dat er ook factoren zijn die de druk kunnen verlichten. "Bij een Brexit vertrekken veel Oost-Europeanen uit het Verenigd Koninkrijk die zich mogelijk in Nederland vestigen. Ook kunnen ondernemers waar mogelijk extra investeren in digitalisering en robotisering om het effect van het personeelstekort op lange termijn te verzachten."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/artikel/10883298/landbouw-niet-sexy-voor-poolse-arbeider]Landbouw niet 'sexy' voor Poolse arbeider[/url]