Extreem weer: zo kies je het juiste spuitmoment

Hier in Nederland is niets zo verraderlijk als het weer. Dat je hier geen invloed op kunt uitoefenen, is bekend. Maar, hoe ga je om met het weer bij het maken van de keuze voor het juiste spuitmoment?

De invloeden van lichtintensiteit, temperatuur, luchtvochtigheid, wind en regen kwamen uitgebreid aan bod tijdens de vijfde bijeenkomst van de Agricultural Sprayer Academy (ASA). Erno Bouma, een agrometeologisch adviseur, omschreef deze invloeden in relatie tot de werking van de verschillende gewasbeschermingstoepassingen. 

Straling
Als eerste stelt Bouma dat de straling van de zon (zeer) veel invloed heeft op de groei van de planten en de toepassing van gewasbescherming. De lichtintensiteit is van invloed op de waslaag van een plant; zo heeft een plant bij schrale dagen een dikke waslaag. Als een cultuurgewas schade ondervindt van een bespuiting, dan is het belangrijk dat deze waslaag voldoende aanwezig is.

Daarentegen kan, bij selectieve bestrijding, een hoge effectiviteit bereikt worden door een moment te kiezen waarin de onkruiden een dunne waslaag hebben. Daarnaast moet de de onderliggende cutinelaag flink opgezwollen zijn.

Temperatuurverschillen
Ook heeft de temperatuur een enorme invloed op de effectiviteit van de gewasbeschermingsmiddelen. Is de temperatuur in het gewas lager, dan werken de fungiciden over het algemeen langer. Daarnaast wordt veelal vergeten dat de temperatuur in het gewas overdag warmer is dan de gemeten buitentemperatuur en ’s avonds en ‘s nachts. Daarbij werken de Pyrethroiden vaak beter bij lagere temperaturen. "De insecticide kunnen het beste ’s avonds of ’s nachts worden toegepast", argumenteert Erno Bouma.

Ook de relatieve luchtvochtigheid in het veld kan fors verschillen. "Deze is altijd hoger in het gewas dan boven het gewas. Bij een lagere relatieve luchtvochtigheid, komen schimmelsporen los van hun sporenheffers", zo stelt Bouma. "Daarom is het belangrijk om een fungicide toe te passen op een moment dat het blad niet meer nat is."

Aan de andere kant is een hoge relatieve luchtvochtigheid gewenst na de toepassing van de meeste middelen die moeten worden opgenomen (als systemische middelen en bladmeststoffen), omdat de effectiviteit wordt verbeterd. Meestal staat een hoge relatieve luchtvochtigheid gelijk aan goede plantengroei. En die is nodig voor genoeg sapstroom, waardoor de waterachtige formulering goed opgenomen en getransporteerd wordt in de plant.

Misbespuitingen voorkomen
Met het weer in het achterhoofd, zijn de momenten voor, tijdens en na de toepassing van invloed op de werking. Het is volgens Bouma mogelijk om voor 90% in te schatten wat de temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en dauwpunten in de komende 7 dagen zijn. Op basis hiervan kan een gunstig moment worden gekozen voor de verschillende toepassingen. "Hierdoor kunnen misbespuiting worden voorkomen", stelt Bouma.

De vijfde bijeenkomst vond plaats bij Infoplaza in Houten, een onderdeel van dit bedrijf is Weerplaza. Zij voorzien, onder meer, de agrarische sector van weersvoorspellingen. Na een korte presentatie kregen de deelnemers een kijkje achter de schermen bij de afdeling van Weerplaza.

Vervolg
De volgende, en laatste, bijeenkomst gaat over duurzaamheid in relatie tot waterkwaliteit, biodiversiteit en gewasbescherming. Deze bijeenkomst zal plaatsvinden bij de Forward Farm van Bayer.

Wil je het gehele programma bekijken? Kijk dan op: www.gezondtelen.nl. Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen van de ASA? Schrijf je dan hier in voor de ASA-nieuwsbrief. Wil je meer weten over de nieuwe techniek van RNAi, klik dan hier.