Aangeboden door Timac Agro

Toegelaten startmeststof dekt fosfaatbehoefte maïs

7 Februari 2019

Het nieuwe fosfaatadvies voor snijmaïs uit 2011, gegeven door de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV), is met het verbod op kunstmestfosfaat in 2015 in de wind geslagen. Het behoud van derogatie om meer dierlijke mest te gebruiken is positief, maar tevens ten koste gegaan van de opbrengst van snijmaïs.

Dit tropische gewas is in een vroeg stadium gevoelig voor fosfaatgebrek en met rijenbemesting werd altijd voorkomen dat er opbrengst gemist werd. Het verbod op kunstmestfosfaat bij deelname aan de derogatie is nog steeds van kracht. Daarentegen heeft meststoffenproducent Timac Agro een ontheffing gekregen om kunstmest 'Physiostart P Plus' met herwonnen fosfaat, toe te passen op bedrijven met derogatie.

Fosfaatbehoefte
Fosfaat in de rij is in het jeugdstadium belangrijk. Daarbij dient de maïs voldoende fosfor te bevatten voor goede dierprestaties. Een jonge plant heeft relatief weinig wortels en een hoge fosfaatbehoefte. De concentratie in de bodemoplossing en de mate waarin deze concentratie gehandhaafd kan blijven door nalevering vanuit de bodem, bepaalt of de maïs voldoende fosfaat op kan nemen.

Bij een lage fosfaattoestand van de bodem zorgt aanvulling van fosfaat met kunstmest voor voldoende fosfaat. Ook speelt vochtvoorziening en bodemtemperatuur een rol met betrekking tot de beschikbaarheid en opname van fosfaat. Een bodem met voldoende fosfaat kan in een droog en/of koud voorjaar toch leiden tot fosfaatgebrek in maïs. Ook hier is de aanvulling met minerale fosfaat in de vorm van kunstmest in de rij gewenst om aan de fosfaatbehoefte van maïs in de jeugdfase te voldoen.

Fosfaat in de rij bepaalt de opbrengst
De CBGV heeft in 2006 geconcludeerd dat het advies voor snijmaïs niet langer voldoet, omdat het is gebaseerd op aardappelproeven en hoger is dan toegestaan op basis van fosfaatgebruikersnormen. In de jaren 2007 en 2008 zijn op in totaal 82 maïspercelen (diverse grondsoorten en regio’s) fosfaatdemo’s aangelegd met verschillende fosfaattrappen in de rij. Deze percelen kregen een basisbemesting van ongeveer 45 kubieke meter runderdrijfmest per hectare. Gemiddeld over alle percelen geeft het een meeropbrengst van 990 kilo droge stof per hectare in 2007 en 430 kilo droge stof in 2008.

Uit eerder fundamenteel onderzoek, tezamen met de 82 praktijkpercelen, zijn nieuwe bemestingsadviezen voor fosfaat ontwikkeld. De resultaten laten zien dat maïs vrijwel altijd profiteert van een fosfaatgift in de rij. Bij een lage fosfaattoestand is nu minder fosfaat nodig dan voorheen werd geadviseerd. Bij een hogere toestand blijft het aantrekkelijk om een klein beetje fosfaat in de rij te geven, in combinatie met een breedwerpige fosfaatgift via dierlijke mest. Rijenbemesting geeft een 2 keer betere fosfaatwerking dan volveldse toepassing.

Wortelarchitectuur
Waarom is wortelvorming dan zo belangrijk? De goede beworteling van de plant kent kroonwortels, bovengrondse adventieve wortels, een primaire wortel, secundaire kiemwortels, zijwortels en veel wortelharen. Vooral de zijwortels en wortelharen zijn uitermate geschikt om fosfaat op te nemen. Deze liggen op verschillende bodemdiepten. Bij lagere bemestingsniveaus is het cruciaal om met name wortelharen in de bovenste bodemlaag te laten ontwikkelen, en bij voorkeur uitgewaaierd in de volle breedte. Zo is de plant in staat om efficiënt om te gaan met een kleine mineralengift en langer bestand tegen periodes van droogte.

De combinatie van ammonium, herwonnen fosfaat, zwavel, zink en een specifieke 'bewortelaar' uit bruinwier geven maïs een goede start. Daarbij ligt de nadruk op wortelontwikkeling naar maximale opname van vocht en voeding. Deze inhoudstoffen komen bij de bemesting vlakbij het zaad te liggen. Het is een verdergaande vorm van rijenbemesting, ook wel ultralokalisatie genoemd.

Toelating voor derogatie
Timac Agro heeft sinds 2005 onderzoek verricht naar fosfaatbemesting via ultralokalisatie in de teelt van maïs, uien en aardappelen. En sinds 2014, het jaar van het fosfaatverbod, wordt naarstig gezocht naar een landbouwkundig te benutten organische fosfaatvorm voor de teelt van snijmaïs. In dit uitgebreide dossier zijn nieuwe inzichten ontstaan, waaruit startmeststof Physiostart P Plus is ontwikkeld. Een formule met 6% ammoniumstikstof, 27% fosfaat, 4% zwavel, 2% zink en biostimulant Physio+. Op basis van wetenschappelijk praktijkonderzoek door PPO-WUR is dit concept toegelaten als herwonnen fosfaat voor veehouderijbedrijven met derogatie.

In officiële proeven in maïs heeft Physiostart P Plus zich gelijk getoond ten aanzien van de resultaten van het bestaande Physiostart met minerale fosfaat. Naast de aangetoonde landbouwkundige waarde van deze precisiebemesting, is er een milieuvoordeel waargenomen. De stikstofbenutting is met 10 kilo per hectare verhoogd, wat resulteert in een significante afname van nitraat in het grondwater.

De wortelhaarstimulatie, de jeugdgroei, de verhoogde opbrengst en de ultralokalisatie zijn inmiddels bewezen aspecten in de teelt van snijmaïs. Zeker met het oog op een efficiënte ruwvoerwinning, is het van belang om direct beschikbaar fosfaat in de rij mee te geven. Met Physiostart P Plus gaat het een stap verder en profiteert ook derogatiemaïs van deze bemesting.

Download hier de productflyer Physiostart P Plus.

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden