Achtergrond Congres ABN Amro
'Verplichten van ruimer bouwplan levert winst op'
Het eventueel verplicht stellen van een ruimere rotatie zal de akkerbouwsector helpen om de slag naar kringlooplandbouw te maken. Het was een van de aanbevelingen die woensdag 14 november op bijeenkomst 'Next Generation Farming' van ABN Amro werd aangedragen.
Het doel van de bijeenkomst was om samen met vertegenwoordigers uit de landbouwsector bij te dragen aan de uitwerking van de landbouwvisie van minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). Pierre Berntsen, directeur agrarisch bij ABN Amro, trapte de bijeenkomst af met het beschrijven van de successen van de afgelopen 70 jaar. Hij zei daarbij dat de situatie voor de positie van de boer en het milieu nu knellend begint te worden.
Knellende situatie
Aldrik Gierveld, de directeur-generaal van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, toonde deze knellende situatie ook aan. "De productiestijging kwam over de afgelopen 10 jaar uit op 25%, terwijl het inkomen van de boer slechts met 10% is toegenomen", zo vertelt Gierveld.
"De route om aan deze negatieve spiraal te ontsnappen en de weg naar een volhoudbare sector te vinden, is voedsel dat geproduceerd wordt. De prijs voor het product moet beter worden, zodat de boer de ruimte heeft voor duurzame initiatieven", aldus Berntsen. "Het is ook belangrijk dat de waarde van het duurzame product ook op de exportmarkten erkend wordt."
Vervolgens was het de beurt aan de vertegenwoordigers uit de sector om met aanbevelingen te komen. Het verplicht stellen van de ruimere rotatie werd breed gedragen door vertegenwoordigers uit de plantaardige sector. "Waar het bouwplan nu vaak 1 op 3 of 1 op 4 is, zou dit verruimd moeten worden naar minimaal 1 op 5", zo werd er gezegd.
- Pierre Berntsen
Rust, ruimte en rendement
Dit levert diverse voordelen op: minder ziektedruk en daardoor zullen er eveneens minder gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast. Ook levert het in veel gevallen meer mestruimte op, onder meer door tarwe op te nemen in het bouwplan. Dit is zowel voordelig voor de akkerbouwer als de veehouder. Meer tarwe en dierlijke mest toepassen is ook belangrijk voor de bodemdiversiteit, organische stofgehaltes en bodemkwaliteit. Bovendien zullen hierdoor minder aardappelen en uien geproduceerd worden en dat is beter voor de prijsvorming (minder overschotten). Kortom: rust, ruimte en rendement.
Dit zou bereikt moeten worden door beloningen, onder meer vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), in plaats van te werken met bestraffende maatregelen. Telers die een ruime rotatie en samenwerking met een veehouder hebben, zouden meer subsidie moeten krijgen. Ook werd geadviseerd dat de waarde van het product duidelijker moet worden getoond; dit kan onder andere door de werkelijke kosten van het product te communiceren.
Gehele keten als uitgangspunt
De vertegenwoordigers uit de dierlijke sector pleiten ervoor dat de hele keten als uitgangspunt benaderd wordt en dat alle partijen in die keten beter moeten samenwerken. Er moet bereidheid zijn van alle partijen om daarbij ook vrijheden in te leveren. Langetermijnafspraken zouden hier een basis voor moeten vormen.
Anne Jan Doorn
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.