Het niveau van de Countus Akkerbouwindex toont over september een stabiel en hoog niveau. De prijsvorming ligt hieraan ten grondslag. In die maand wist de sectorbarometer zijn positie verder te verstevigen. In hoeverre toont de Index de werkelijkheid?
Eind augustus (week 35) brak de Countus Akkerbouwindex door de grens van 150 punten heen; sinds 2004 gebeurde dat 2 keer eerder. In september houdt de Index zijn stijgende lijn vast, waarbij het stabiele verloop opvallend is. In 3 van de 4 weken werd een koers van 153 punten aangehouden. Alvast vooruitlopend: ook begin oktober wordt dit niveau gehanteerd.
Stabiele prijzen
Van de 5 akkerbouwgewassen in de Index, waarbij suikerbieten buiten beschouwing wordt gelaten, tonen er 3 een stabiel prijsverloop. Dit verklaart het nauwelijks gewijzigde cijfer van de Index. De pootgoedprijs van Bintje is al sinds augustus onveranderd, maar speelt nauwelijks meer een rol in de vorming van de Index.
Begin september had het aprilcontract van 2019 op de aardappeltermijnmarkt een kleine opleving. Tussen 18 september en 21 september piekte de prijs rond de €31 per 100 kilo, om vervolgens weer rond de €30 te noteren. Ook de EU-voertarweprijs houdt €20 per 100 kilo aan als stabiele bodem.
De Emmeloordse beursprijs voor zaaiuien 30% tot 60% grof bewoog wel. Begin september kwam er €1,50 per 100 kilo bij en begin oktober steeg het prijsniveau met €3,50. Deze laatste stijging is echter niet meegenomen in de huidige cijfers.
Opbrengstcijfers
Het CBS heeft de voorlopige opbrengstcijfers voor het eerste gewas (tarwe) bekendgemaakt. Die liggen zo’n 500.000 ton onder het niveau van 2017; het areaal is dan ook met 3.500 hectare gedaald. De droogte heeft volgens het CBS weinig invloed gehad op de graanopbrengsten.
Voor de andere gewassen duurt het nog tot eind oktober voordat het CBS met een voorlopige oogstraming komt. Dat de kilo’s bij aardappelen, uien en suikerbieten tegen gaan vallen, is een zekerheid. Op dit moment rekent de Index nog met de hoge gewasopbrengsten van 2017. Voor uien speelt daarnaast mee dat de notering 30% tot 60% grof lang niet voor alle partijen reëel is.
Praktijk versus Akkerbouwindex
Wie de Akkerbouwindex bekijkt zonder de achtergronden te kennen, kan niet anders concluderen dan dat de Nederlandse akkerbouwsector toptijden beleefd. Niets is echter minder waar. Het (vrije) prijsniveau is slechts voor een zeer kleine groep haalbaar. Zelfs de hoge aardappel- en uienprijzen kunnen de minderopbrengst niet overal compenseren. De situatie is daarmee zeer verdeeld. Dat beeld blijven we de komende maanden waarschijnlijk ook nog zien.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.