Analyse Countus Akkerbouwindex
Signalen op groen, maar wie profiteert?
Voor de derde keer in zijn historie is de Countus Akkerbouwindex door de grens van 150 punten gebroken. Alle agrarische markten die van belang zijn voor de vorming van de Index, hebben daaraan bijgedragen. De beursnotering voor zaaiuien maakt duidelijk het verschil.
De Countus Akkerbouwindex bereikte slechts 2 keer eerder een niveau van boven de 150 punten (2006 en 2011). In week 44 van 2012 lukte het net niet, toen kwam de Index uit op 149,7 punten. In 2011 bedroeg het hoogtepunt (week 3) 160 punten. In 2006 was dat zelfs nog iets hoger, namelijk 164 punten (week 50). Dat de Index zo vroeg in het seizoen piekt is uniek. Het zwaartepunt ligt gewoonlijk rond nieuwjaar.
16
punten
Sinds week 28 (medio juli) bevindt de Index zich boven het benchmarkniveau van januari 2004. Toen is deze op 100 punten gezet. Gedurende augustus bevond deze zich fors hoger. De eerste 2 weken van augustus was dat nog ruim 130 punten. De Index daalde zelfs licht, wegens een daling op de aardappeltermijnmarkt.
Zaaiuien maken het verschil
Met het uitbrengen van de notering voor zaaiuien op Beurs Emmeloord schoot de Index omhoog. In 1 week tijd kwamen er bijna 16 punten bij. Die beweging is goed te verklaren; het oude seizoen werd gesloten op €3 per 100 kilo, terwijl de nieuwe notering op €18,50 uitkwam. Samen met een stijging op de aardappeltermijnmarkt (het aprilcontract) blijft de Akkerbouwindex stijgen. In week 35 bedroeg het niveau 154,2 punten.
Voor seizoen 2018/2019 hebben de gezamenlijke landbouwbeurzen een nieuwe categorie in het leven geroepen. Die voor de sortering 0% tot 30% grove uien. Deze is niet meegenomen in de vorming van de Akkerbouwindex. Het prijsniveau bevindt zich gemiddeld €2 onder de notering van 30% tot 60% grove uien.
Verdere stijging?
De Countus Akkerbouwindex fungeert als barometer voor de akkerbouwsector. De hoge marktprijzen zorgen voor een positief beeld in de grafiek. De vraag is echter wie hiervan profiteert. Wel lijkt het erop dat er een stabiele bodem is gelegd. Het aprilcontract blijft rond de €30 per 100 kilo bewegen en voor tarwe ligt dat niveau rond €20 per 100 kilo. Vooral de uiennotering kan nog voor vuurwerk zorgen; stijgt deze door naar €25, of zelfs nog hoger, dan is de grens van 160 punten snel bereikt.
De telers hebben dergelijke prijsniveaus in het vizier om de lage opbrengsten en meerkosten te kunnen compenseren. De praktijk toont zich echter weerbarstig. De handel blijft rustig en ook de export moet zijn best doen om grote volumes af te zetten. Blijft de huidige prijs stabiel, dan bevindt de Akkerbouwindex zich nog altijd op een sterk niveau. Een niveau dat in de afgelopen 14 jaar weinig is vertoond.
Niels van der Boom
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.