Vroeger waren alle fabrikanten op zoek naar de grootste: meer vermogen, meer werkbreedte, meer capaciteit. Machines moesten meegroeien met de bedrijven. Nergens is dit zo duidelijk als bij de combines. Inmiddels draait het echter om wie de slimste machine bouwt en niet de grootste.
Het draait bij de maaidorserfabrikanten al decennialang om een paar punten: veel vermogen met dito capaciteit, een breed maaibord, grote tankinhoud en het liefst een goede comfort voor lange werkdagen. Echter, sinds het tweede decennia van deze eeuw is daar verandering in gekomen. Dat komt deels door de wetgeving. De opkomst van rupssystemen is in sommige landen mede geaccelereerd, zodat deze machines de weg op kunnen. Anderzijds speelt ook de bodem en bodemdruk een groeiende rol; grotere machines zijn een aanslag op de grond.
De grote 4
In maaidorserland hebben 3 van de 4 grote bedrijven hun topmodellen recentelijk aangepast. Hierop vind je de nieuwste innovaties en technische snufjes, die naar beneden druppelen op de kleinere modellen; net zoals dat bij trekkers gebeurt. We hebben het over Agco (met Massey Ferguson en Fendt in het pakket) over John Deere en CNH (met New Holland) en Case IH. Claas mist in het rijtje. Zij hebben al sinds 2011 Cemos en Cemos Automatic in het programma.
Claas heeft zijn systeem in de loop der jaren wel bijgeschaafd en functies toegevoegd: een camera die de graankwaliteit controleert of een windmeter die de strohakselaar zelf bijstelt. De concurrenten halen de Duitse oogstmachinespecialist nu in en proberen het te overtreffen met hun eigen systeem.
Op afstand volgen
Deere volgde in juni 2017 met de S700-serie. Die lijkt als 2 druppels water op de oudere S600, maar met de toevoeging dat veel functies zijn geautomatiseerd. Een geïntegreerde gps-besturing is inmiddels standaard en vooral bij het afstellen van de machine wordt winst behaald. Dat vergroot de capaciteit en geeft niet direct extra motorvermogen. Alle fabrikanten kunnen hun topmachines op afstand monitoren en hulp bieden. Dat levert ze een schat aan informatie op. Je ziet dan al snel dat een maaidorser bijna nooit op 100% van zijn kunnen draait: 70% komt eerst en 50% is heel normaal.
John Deere schermt met rapporten van de Universiteit van Göttingen. Die heeft berekend dat de ICA2-systeem gemiddeld 20% capaciteitsverhoging oplevert, door de machine zelf in te stellen. Daarvoor haalt het alle trucs uit de kast en wordt de graankwaliteit onder andere met een camera vastgelegd.
Online data delen
Niet veel later volgde Agco met Ideal; verkrijgbaar in de smaken Massey Ferguson en Fendt. Naast een monster maaidorser, draait het ook hier om de slimmigheid: 52 sensoren en een camera volgen alle onderdelen en het product om de maximale capaciteit te kunnen behalen. Agco heeft, net als andere fabrikanten, een eigen online platform (Fuse) om opbrengstkaarten en machinegegevens te raadplegen en benutten.
Hekkensluiter is CNH, die eind juli de nieuwe Axial-Flow 250-serie (Case IH) en de nieuwe generatie CR Revelation (New Holland) presenteert. De een met 1 rotor en de ander met 2 kleinere rotoren. Veel andere componenten en technieken zijn gelijk; zo ook het automatiseringssysteem. New Holland noemt het IntelliSense en bij Case IH heet het AFS Harvest Command. In 20 seconden kan de machine zichzelf opnieuw afstellen. De snelheid is van groot belang; op kleine percelen is de werkgang voorbij voordat de combine de tijd heeft gehad om zijn optimum te bereiken. Nieuwe modellen rekenen daar mee af.
Bij CNH kies je uit 4 rijstrategieën: beste kwaliteit, maximaal vermogen, beperkte verliezen of constante doorvoer. Iedere strategie kent zijn eigen parameters, die je zelf kunt wijzigen. Zo draait de machine op de top van zijn kunnen. Bovendien vermindert het negatieve invloed van de chauffeur. In landen waar goed geschoolde arbeid een probleem is, hechten ze daar veel waarde aan.
In Nederland
Nu alle bekende fabrikanten hun machines met automatiseringstechnieken hebben uitgerust, is het wachten tot kleinere modellen ermee worden uitgerust. Die kleinere modellen zijn beter geschikt voor Nederlanders. Vooralsnog gebeurt dat niet veel, waarschijnlijk vanwege de hoge kosten. Van de topmodellen rijden in Nederland nauwelijks exemplaren rond, al is een duidelijke capaciteitstoename merkbaar. In korte tijd willen akkerbouwers en loonwerkers veel hectares oogsten. Wellicht dat het huidige prijsniveau van €200 per ton tarwe nieuwe initiatieven biedt om te investeren.
De 5 grootste combines op de Europese markt:
Model | Maximaal vermogen (pk) | Dorssysteem | Graantank (liter) | Loscapaciteit (liter per seconde) | Maximale werkbreedte (meter) |
Claas Lexion 780 | 626 | 2 rotors | 13.500 | 130 | 12,3 |
John Deere S790i | 625 | 1 rotor | 14.100 | 135 | 12 |
New Holland CR10.90 Revelation | 700 | 2 rotors | 14.500 | 142 | 12,5 |
Case IH Axial-Flow 9250 | 634 | 1 rotor | 14.400 | 113 | 12,5 |
Agco Ideal 9T | 647 | 2 rotors | 17.100 | 210 | 12,2 |
Er is 1 fabrikant die toch toekomst in grootte ziet. Dat het is Amerikaanse Tribine. In vergelijking tot de bovenstaande statistieken, merk je al snel hoe enorm groot die machine is. De Tribine T1000 heeft 650 pk, afkomstig uit 2 motoren. Die drijft 1 enorme dorsrotor aan. De combine heeft een 35.240 liter tank die in 2 minuten wordt gelost.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/tech/artikel/10879471/combine-wordt-slimmer-niet-groter][/url]