De kansen dat het een echt vroeg voorjaar wordt zijn zo goed als verkeken en van veel neerslag is geen sprake. Het is vooral de zeer lage temperatuur die ervoor zorgt dat akkerbouwers niet staan te springen om het land op te gaan.
Na de eerste vorstperiode waagde een enkeling zich op het land om suikerbieten en uien te zaaien. Een gewaagde actie, zo bleek. Zeker nu het wederom licht tot matig vriest. De kansen op een echt vroeg voorjaar zijn daarmee verkeken.
Poolwervel
Boerenbusiness schreef eind januari al over een laat voorjaar als marktinstrument. Vooral de aardappelmarkt kan een impuls gebruiken, zo klinkt het onder akkerbouwers. In dat artikel werd het weersfenomeen La Niña toegelicht, maar die is bijna volledig verdwenen. In plaats daarvan hebben we nu voor de tweede keer te maken met de poolwervel. Meteorologen spreken van een 'verbouwing van de atmosfeer'. Die zorgt in Europa voor lage temperaturen. Deze winter komt daarmee op plek 75 in de ranglijst van koudste winters (sinds 1901).
De lente-equinox vindt dinsdagmiddag 20 maart plaats. Op dat moment staat de zon loodrecht op de evenaar, en zijn dag en nacht exact even lang. Toch blijft het ook na de astronomische start van de lente nog koud. DCA Agroweer noemt gevoelstemperaturen tot -12 graden Celsius, als gevolg van een stevige wind.
Structuur zeldzaam mooi
De temperatuurpluim piekt in de dagen richting Pasen vooral overdag, dankzij de warme zon. ’s Nachts kan het nog steeds enkele graden vriezen. De temperaturen gaan vervolgens weer iets omlaag. Door het ontbreken van veel neerslag en een goed zonnetje zijn boeren wellicht wat zenuwachtig. De structuur van de kleigronden is zeldzaam mooi en daarmee ook uiterst fragiel. Wie te vroeg van start gaat, en de boel verpest, plukt daar de rest van het seizoen de wrange vruchten van.
De gemiddelde zaaidatum voor suikerbieten kwam sinds 2010 3 keer in maart uit. Vooral in 2011 en 2014 was het voorjaar zeer vroeg. In de laatste week van maart zaten alle bieten in de grond. Daarentegen waren 2013 en 2016 juist relatief laat, met een gemiddelde zaaidatum van 8 en 10 april.
Landelijke verschillen
Voor uien worden geen zaaidata bijgehouden, maar deze zullen in de regel niet veel afwijken van de suikerbieten. Is het land bekwaam, dan rijden de zaaimachines. Daarbij moeten wel de onderlinge verschillen worden opgemerkt. Vooral in 2016 was dit evident, toen Noord-Nederland 2 weken achterliep op het zuiden. Ook in 2015 was er een flink verschil te ontdekken.
Dit voorjaar kan het zomaar eens anders zijn. Het zuidwesten van Nederland kreeg de afgelopen periode met meer neerslag te maken, waarop ook nog eens sneeuw volgde. In Flevoland en het noordelijk kleigebied wordt eerder nagedacht over het voorjaar. Daar rijden de zaaimachines inmiddels op een enkele plek.
(Tekst gaat verder onder de tweet)
De zaadleveranciers van uien zijn nog voorzichtig. Ze raden aan om het geduld te bewaren en te wachten op hogere temperaturen. Dan groeit het gewas vlot door en ligt het risico op tweewassigheid niet op de loer. Hier oogst je het hele jaar de voordelen van.
Vroege aardappelen
Na de vorstperiode is het poten van vroege aardappelen op gang gekomen. Op het eiland Tholen, de bakermat van de vroege tafelaardappelteelt, zijn mondjesmaat percelen gepoot. In de vroege Duitse teeltgebieden (Pfalz, Nedersaksen) is onder goede omstandigheden gepoot, nadat de vorst eind februari was verdwenen. Echter, de koude nachten zorgen niet echt voor een vlotte start.
De regen heeft er in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk voor gezorgd dat ook hier minder aardappelen zijn gepoot, dan dat de telers lief is. In Polen was het begin vorige week even lente, maar ook daar is Koning Winter weer aanwezig. Deze week gaat het kwik naar de -11 graden Celsius. Na de extreme droogte in Zuid-Europa (zoals Italië, Spanje en Portugal) maken de aardappel- en groenteteeltgebieden daar zich op voor extreme neerslag, die de vochtreserves aan kan vullen.
Af land aardappelen
Het is nog te vroeg om te praten over de mogelijke gevolgen voor het af land segment fritesaardappelen. Echter, een feit is dat er rekening moet worden gehouden met een kleiner areaal; de fabrieken sturen hier ook op aan. In de af land periode zijn de grootste contractprijsverlagingen doorgevoerd. Daarnaast wordt de oogst gemiddeld 2 tot 3 weken later aangevangen. Het contracteren gebeurt ongeveer vanaf week 30.
Zorgen de aanhoudend lage temperaturen (het kan tot eind april vriezen) voor een groeiachterstand in het vroege en middelvroege oogst, dan wordt het belang van de oude oogst groter. Zijn er tussen week 30 en week 33 nog wel aardappelen beschikbaar, of spelen fabrieken hierop in door voorraden aan te leggen? Ook externe factoren spelen een rol, zoals de vraag vanuit andere landen. Het beloven in ieder geval interessante weken te worden.