Het gemiddelde inkomen in de Nederlandse akkerbouw is in 2017 met €17.000 gedaald tot €25.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Dit doordat de opbrengsten van gewassen in het traditionele bouwplan behoorlijk onder druk staan.
Van alle agrarische sectoren bungelt de akkerbouw onderaan in de inkomensraming van Wageningen University and Research (WUR). De kloof met het gemiddelde inkomen in de agrarische sector (€71.000 per aje) is tamelijk groot. Zowel de prijzen van consumptieaardappelen, suikerbieten, uien als granen vallen in 2017 tegen. Zo daalde prijs van consumptieaardappelen met 41% tegenover 2016.
De teelt van zetmeelaardappelen rendeert beter. Bedrijven met zetmeelaardappelen, suikerbieten en granen halen de laatste jaren een stabiel gemiddeld inkomen van €65.000 per aje. Deze bedrijven profiteren van de goede uitbetalingsprijzen van Avebe. De komende jaren nemen de directe betalingen vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) waarschijnlijk flink af, vanwege de overstap naar een gelijke betaling per hectare in Nederland.
Zoek alternatief voor granen
De WUR verwacht dat het in de komende jaren interessanter wordt om granen in te wisselen voor andere gewassen, vanwege de grote eindvoorraden op de wereld. Het neemt niet weg dat granen belangrijk blijven voor de gewasrotatie. Daarom voorziet de WUR in Nederland een stabiele graanproductie. Ook het koolzaadareaal blijft waarschijnlijk gelijk aan vorige jaren.
Op korte termijn verwacht de WUR aanhoudende prijsdruk in de akkerbouw. Op de langere termijn trekken de prijzen waarschijnlijk wat aan, maar wel minder hard dan de inflatie.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.