In 2030 zijn de Nederlandse plantaardige sectoren internationaal koploper op het gebied van kwaliteit en volhoudbaarheid. Tenminste als LTO Nederland het doel bereikt dat het zich heeft gesteld.
Begin deze week presenteerde LTO de Ambitie Plantgezondheid 2030: Gezonde teelt, gezonde toekomst. Daarin pleit de standsorganisatie voor een verdere ontwikkeling van de wereldwijde koploperspositie van Nederland als het om gezond telen gaat. Joris Baecke, portefeuillehouder Plantgezondheid bij LTO Nederland, is zeer hoopvol over de ambitie.
Wat wil LTO met de ambitie plantgezondheid 2030 bereiken?
"De ambitie is om de Nederlandse plantaardige sector in 2030 onbetwist koploper te laten zijn op het gebied van kwaliteit en volhoudbaarheid. Duurzaamheid is een uitgehold begrip. Ik omschrijf het liever als volhoudbaarheid. Dit houdt in dat het financieel en ecologisch een goed product is. We willen niet alleen kwaliteit, maar ook volhoudbaarheid bewerkstelligen."
De ambitie stelt 3 uitdagende opgaven:
Emissieloos en residuvrij telen is het doel. Worden we niet steeds meer die kant opgedreven, omdat er ook steeds minder middelen gebruikt mogen worden? "Wat we willen is niet per definitie af van gewasbeschermingsmiddelen. Ons doel is om in 2030 geen emissie meer te hebben naar grond- en oppervlaktewater. Het doel is het ontwikkelen van een sterke plant en een goed bodemleven. Met een sterke weerbare plant zijn gewasbeschermingsmiddelen vanzelf minder nodig."
We doen het als sector toch al best goed? Wat moet er volgens u concreet gebeuren?
"We lopen nu tegen de grenzen van de huidige productie aan. Kijk naar de ontwikkelingen in het klimaat. Ziekten en plagen kunnen zich door de warmte beter ontwikkelen. We willen toe naar een gewas met weerbare planten en een goede bodemvruchtbaarheid. Deze voortgang gaan we meten met de nog te ontwikkelen ‘Weerbaarheidswijzer’. Als Nederland staan we waar we nu staan. We hebben een koppositie in de wereld. Dat is onze kracht van waaruit we verder kunnen."
En knelpunten? Die zijn er vast ook in deze ambitie.
"De beschikbaarheid van groene gewasbeschermingsmiddelen zie ik als een knelpunt. Ook de medewerking van andere partijen, zoals overheid en onderzoek is noodzakelijk voor het slagen van deze ambitie."
Critici vrezen dat het plan de kostprijs ten opzichte van omringende landen te hoog maakt. Hebben zij een punt?
"Het ligt eraan voor welke markt geteeld wordt. Als telers zich kunnen onderscheiden dan opent dat markten die de meerkosten kunnen dekken. De markt voor duurzame producten groeit. Als we het alleen van de kostprijs van het eindproduct moeten hebben, kunnen we niet concurreren. Primaire voorwaarde is dat ondernemers zich kunnen onderscheiden in de markt door kwaliteit, het productieproces en meer aandacht voor de leefomgeving. We kunnen ons hiermee onderscheiden. En als iemand het kan, dan is dat Nederland!"
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl//artikel/10875100/over-13-jaar-moet-akkerbouw-emissievrij-zijn][/url]
Helemaal waar, voor de zoveelste keer hebben ze van de week weer laten zien in brabant achter de feiten aan te lopen. CDA LTO hebben altijd de geit en de kool willen sparen en gekozen voor de gemiddelde achterban. Dit heeft geleid tot oa een onevenwichtige agrarische structuur in Nederland wat nu afgerekend word met oa het fosfaat gedrocht. Met middelmatigheid hebben we alleen een nog grotere afvalrace gekregen en de koplopers in alle sectoren ontwikkelen hun bedrijven in alle opzichten gewoon door of zitten al in het buitenland. Van Lto zijn ze allang geen lid meer of trekken zich hier niets meer vandaan. Koplopers zijn bestuurlijk ook ook nooit gepruimd en daardoor afgehaakt en nu zakt de middelmatigheid door het ijs.
We moeten hoognodig terug naar het parathiontijdperk alle middelen van toen goed en direct werkend zonder resistentieopbouw. Veel beter dan de slappe aftreksels van nu zonder werkzame en actieve stoffen. Destijds nog een grote wildstand en sloten vol paling en snoek dus zo slecht was dat niet