Niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland, Polen en het Verenigd Koninkrijk is de oogst van zaaiuien in volle gang. Telers sluiten daarmee het boek van wederom een lastig groeiseizoen en proberen het gewas zo goed mogelijk te bewaren en af te zetten. De marktsituatie is over de hele linie vergelijkbaar te noemen.
In Nederland is al een behoorlijk deel van de zaaiuienoogst gerooid en grotendeels ook opgeladen. Regenbuien hebben vanaf het weekend wat roet in het eten gegooid, maar gezien de weersverwachtingen kunnen de oogstwerkzaamheden eind deze week weer op gang komen. Kenmerkend voor seizoen 2023 is dat veel percelen nog erg groen staan en niet of nauwelijks zijn gestreken. Dankzij de late zaaidatum zijn veel gewassen nog onvoldoende aan het afrijpen. Omdat telers niet willen wachten worden uien groen gerooid en lang in het zwad gelaten, al is soms na enkele dagen al hergroei van het loof zichtbaar. Ook diknekken – die dit jaar veel voorkomend – blijven groeien. Ook in de bewaring.
Late regen goed voor Duitse uien
In Duitsland is de zaaidatum gemiddeld ook later dit jaar, al verschilt dat wel per regio. Met name in het zuiden is later gezaaid. Areaalcijfers voor 2023 heeft Destatis nog niet bekendgemaakt. Vorig jaar werd 15.000 hectare zaaiuien en sjalotten uitgezaaid. Het areaal toont over de langere termijn een licht opgaande trend onder akkerbouwers. Ook in Duitsland hebben de gewassen met droogte te kampen. Pas bij de neerslag begin augustus zijn de uien echt gaan groeien. Dat levert opbrengsten die waarschijnlijk iets hoger liggen dan vorig jaar, toen de opbrengst met 13% terugzakte tot 38 ton per hectare. Dat gaat nu eerder richting het gemiddelde van 43 ton per hectare. Ruim de helft van de zaaiuien is naar schatting nu gerooid en opgeladen.
Ziektedruk
Voor Poolse akkerbouwers is de situatie vergelijkbaar met hun Duitse collega's. Het areaal is er dit jaar licht uitgebreid, ingegeven door torenhoge uienprijzen en tekorten in het vorige seizoen. Vanaf juli, toen de eerste winterzaaiuien en plantuien op de markt kwamen, is het prijsniveau gestabiliseerd. Ondanks droogte zijn de opbrengsten redelijk tot goed te noemen, al zijn er grote verschillen tussen beregende en niet-beregende gewassen. Daarbij is ook de kwaliteit een groot issue in gewassen die niet beregend zijn. Een hoge ziektedruk in augustus heeft de gewassen geen goed gedaan.
Voor industrie-uien krijgen telers momenteel tussen de €26 en €30 betaald. Dat zijn zeker geen slechte prijzen. Voor consumptie-uien op de groothandelsmarkt wordt zo'n 2 zloty, omgerekend ruim €40, betaald. Dat is dan wel gesorteerd en opgezakt product. Insiders gaan uit van een gezond seizoen omdat de productie niet overhoud en de markt naar verwachting voldoende vraag kent.
25% meer export naar Groot-Brittannië
Verreweg de grootste uienkoopman in Nederland is Groot-Brittannië. Vorig jaar importeerde het land een recordvolume van 154.000 ton, nadat het eigen areaal kromp én de opbrengsten tegenvielen. Een stijging van bijna een kwart met 2021. Brexit heeft ondanks meer papierwerk en controles niet voor veel problemen gezorgd in uienland. Ook in het huidige exportseizoen staat Groot-Brittannië steevast in het lijstje van grootste afnemers.
Cijfers over het uienareaal voor dit jaar op het eiland zijn nog niet boven komen drijven. Vorig jaar zakte het areaal 8,5% onderuit volgens cijfers van de British Onion producers association (BOPA). Gedacht wordt dat het areaal dit jaar weer iets is opgekrabbeld vanwege het goede seizoen vorig jaar en de afgekoelde granenmarkt. Uien – en ook andere groentegewassen – zijn een hoog-risico-teelt geworden die niet veel bedrijven meer kunnen of willen nemen.
Stelen tussen de buien door
De opbrengst zakte in 2022 bijna 10 ton per hectare terug door extreme droogte. Dit voorjaar was laat, gevolgd door grote droogte die tot begin augustus aanhield. Daarna werd het nat en bleef het nat, wat zorgt dat het oogsten van de uien stelen is tussen de buien door. Een voordeel is dat de grote groentetelers in Oost-Engeland nauwelijks gebrek aan water voor irrigatie hebben gekend. De opbrengsten hebben dankzij een eindspurt nog iets goed kunnen maken richting het meerjarig gemiddelde, maar een topper wordt het niet. Dat geldt ook voor de kwaliteit, net als op het vasteland het geval is.
Op de wereldwijde exportmarkt heeft Nederland enkele concurrenten. In de markt wordt momenteel vooral China genoemd, dat na het afgelopen seizoen met historisch hoge prijzen voet aan wal heeft gekregen in onder meer veel Afrikaanse landen. Spanje is een andere concurrent, die eveneens met veel weersextremen te kampen heeft gehad. Meest recente is storm Dana, die begin september voor meer dan 200 millimeter water zorgde in 24 uur. Daardoor zijn gewassen, waaronder uien, verloren gegaan. Extreme droogte deze zomer heeft naar schatting voor een vijfde minder opbrengst gezorgd. Wel hebben telers fors meer uien gezaaid dit jaar.
Hoge start van exportseizoen
De internationale uienmarkt is op een bijzonder hoog niveau van start gegaan. Daar waar seizoen 2022/23 geleidelijk aan steeg, is nu direct hoog ingezet. In de meeste Europese uienlanden is de oogst nog in volle gang waardoor er meer dan voldoende aanbod is van product. Zeker van partijen met een mindere kwaliteit en dat drukt op de lokale markten. Pas wanneer die partijen zijn weggewerkt ontstaat er lucht, maar dat kan nog wel een tijdje duren.
Polen – ook wel de bezemwagen van de Nederlandse uienmarkt genoemd – heeft dit seizoen duidelijk meer uien tot zijn beschikking. Mogelijk ook meer import vanuit bijvoorbeeld Oekraïne. De prijzen voor industrie-uien zijn redelijk, maar de Nederlandse uien zijn nu te duur. Voor de export naar Afrika speelt niet alleen concurrentie een rol maar ook onrust in veel belangrijke afzetlanden waaronder Senegal. Naast politieke instabiliteit is er de steeds grotere uitdaging om die (dure) uien netjes afgerekend te krijgen. Ook van het afgelopen seizoen staan er nog veel posten open.