Analyse Uien
Nederlandse ui blijft een glansrol spelen
Het voorlopige exportcijfer van Nederlandse uien voor week 11 heeft niet de uitstraling van een topper. Maar dat zegt niets over het totale exportcijfer van uien. Dit blijft namelijk wel top.
Dit artikel lezen?
Word abonnee en krijg direct toegang
Kies het abonnement dat bij je past
Met een voorlopige exportcijfer van 16.243 ton heeft de uienexport in week 11 niet de uitstraling van een topper. Maar wanneer het totaal (vanaf week 28) in gedachten wordt gehouden, krijgt het exportresultaat meer glans. De post nagekomen exportinformatie stelde met 87 ton - over week 9 en 10 - weinig voor. Het totale exportcijfer staat zodoende inmiddels op 1.036.276 ton, wat omgerekend 28.785 ton per week is. Inmiddels komt de voorsprong op vorig seizoen uit op 53.890 ton. Dat is 2.830 ton hoger de voorsprong die zich afgelopen week aftekende.
Britten zijn grootste afnemers
Net zoals in week 10 waren de Britten, met een afname van 3.143 ton uien, de grootste afnemer in week 11. De totale hoeveelheid die Groot-Brittannië dit seizoen heeft afgenomen (van week 28 tot en met week 11), is 103.406 ton. Dat is ruim 35.500 ton meer dan het afgelopen seizoen over dezelfde periode. Israël nam (met 1.825 ton) de tweede plaats in en tilde daarmee de seizoenafname naar 9.317 ton uien. Eén seizoen eerder nam het land 20.744 ton Nederlandse uien af.
Guinee tekende voor 1.337 ton, Maleisië voor 1.138 ton en Sierra Leone voor 1.138 ton. Opvallend was het gemis van Ivoorkust in week 11 in het rijtje met de afnemers die meer dan 1.000 ton afnemen. Ivoorkust kwam niet verder dan 470 ton, wat een cumulatief exportresultaat oplevert van 156.252 ton. Dat is ongeveer 19.500 ton onder het resultaat van Senegal.