Moeilijk exportseizoen voor Nieuw-Zeelandse uien

Nieuw-Zeeland exporteert jaarlijks tussen 170.000 ton en 200.000 ton uien. Daarvan gaat normaliter een derde tot bijna de helft naar Europa. Verder zijn Indonesië, Maleisië en de eilanden in de Stille Oceaan de belangrijkste bestemmingen. De export naar Europa blijft tot nu toe echter fors achter op afgelopen jaar. Voor een deel heeft dat te maken met het verloop van het teeltseizoen.

Uientelers in Nieuw-Zeeland hebben een moeilijk seizoen achter de rug. De omstandigheden waren vroeg in het seizoen warm en droog. De groei kwam daardoor moeilijk in het gewas, wat resulteerde in fijne uien met een dunne huid. Richting het einde van het seizoen volgde wel (zware) neerslag. Voor de groei hebben de uien daar weinig aan gehad, het resulteerde juist in stevig infecties met meeldauw. De kwaliteit van de uien is zodoende niet geweldig.

Te duur
Daar komt nog bij dat de transportkosten enorm zijn gestegen, ten opzichte van vorig seizoen. Voor sommige bestemmingen is de prijs voor het vervoer zelfs verdubbeld, melden lokale bronnen. De Nieuw-Zeelandse uien zijn dus zeer duur voor Europese klanten. En Europa heeft vooral interesse in grove uien die minder voorhanden zijn dit seizoen. De Europese handelaren en supermarkten kiezen er daarom voor zo lang mogelijk op eigen voorraad door te gaan.

De export naar Europa loopt momenteel met bijna 8.000 ton (tot en met de laatste week van februari) circa 40% achter op vorig jaar. Daar staat voor de Nieuw-Zeelandse telers en handelaren wel tegenover dat Indonesië goed aan de markt is, vooral voor de fijnere sortering. Dit seizoen is tot en met 27 februari 5.600 ton naar Indonesië verscheept. Een jaar eerder was dat 1.500 ton.