Chagrijn sijpelt uienmarkt binnen, is dat terecht?

Waar vorig seizoen de ene na de andere order onder de aandacht van sorteerbedrijven werd gebracht, lijkt daar dit seizoen geen sprake van te zijn. Hoewel de exportcijfers in basis niet slecht zijn, is er maar weinig reuring te beleven in het inkoopkanaal. De handel beperkt zich in veel gevallen tot kleine volumes, waarbij lang niet iedere sorteerder ook daadwerkelijk aan de markt is. Voor de uienmarkt zijn dat vreemde zaken, omdat het volume uien juist in deze maanden zijn aftrek moet weten te vinden.

Afzet naar Afrika doet het goed
Op basis van de jongste exportcijfers kan worden geconcludeerd dat de afzet naar Afrika het goed doet. Over de periode week 28 tot en met week 42 gingen er naar afnemers in Afrika 247.256 ton uien, waar de teller het vorige seizoen bleef staan op 235.180 ton en 198.311 ton nog een seizoen terug. Senegal is de grootste afnemer van Nederlandse uien op het Afrikaanse continent met een cumulatief volume van 76.697 ton.

Ook de afzet van uien naar Europese en Amerikaanse bestemmingen laten geen verontrustend beeld zien. Binnen Europa zijn er 76.995 ton uien geëxporteerd, tegen 78.120 ton en 76.626 ton in de jaren ervoor. Europa laat dus een stabiele afzet zien. Naar Amerika zijn er tot en met week 42 53.266 ton uien verscheept, waar dat een jaar eerder 42.591 ton was, een stijging dus met 10.675 ton.

De afzet naar landen in Azië loopt cijfermatig iets achter, 3.425 ton. Het zijn vooral Bangladesh, Israël en Sri Lanka die achterlopen (tussen de 4.100 en 4.770 ton). Daarentegen doet Taiwan het goed met een afname van 4.964 ton.

Handelaar kijkt kat uit de boom
Per saldo is er qua afzet dus weinig om over te klagen. Het gemis aan kooplust moet dan ook vooral worden gezocht in het oogstramingcijfer, waardoor iedere handelaar de kat uit de boom kijkt en alleen tot actie overgaat als de vraag zich aandient.{{dataviewSnapshot(2_1636546276)}}