De uienexport is - zeker de eerste helft van het seizoen - buitengewoon goed verlopen. Hoewel de export de tweede helft van het seizoen rustiger is, blijven de prijzen op een redelijk niveau. Vertalen de goede prijzen van het afgelopen seizoen zich dit jaar naar uitbreiding van de uienteelt?
De eerste uien zijn al gezaaid. We kunnen een voorzichtige inventarisatie doen van het uienreaal dit seizoen. Zaadbedrijven geven aan dat het overgrote deel van het uienzaad inmiddels is besteld en afgeleverd. De algehele tendens is dat er dit seizoen meer zaad is uitgeleverd. Gebaseerd op de zaadleveringen groeit het areaal met circa 4% à 5%. Er zijn daarbij wel flinke verschillen tussen de verschillende regio's.
Leveranciers verwachten 2% tot 5% van het uienzaad in de staart van het seizoen te leveren. Vooral telers in het zuidwesten moeten nog bestellen. Het is daar niet ongebruikelijk om tot het laatste moment te wachten. Ook verwachten verschillende zaadbedrijven nog wat nalevering van boeren die pas laat duidelijkheid hebben over bijvoorbeeld de beschikbaarheid van een huurperceel.
Verschuiving in teeltgebied zet door
De groei van het areaal zit net als voorgaande jaren in het oosten van Nederland. De uienteelt is daar goed aangeslagen en de groei zet ook dit seizoen door. Een ui die geteeld is op het zand hoeft in de eerste helft van het seizoen zeker niet onder te doen voor een klei-ui. Omdat het een relatief nieuw gebied is voor uien, is daar ook de ruimte voor groei van het areaal. De onkruidbeheersing was in dit gebied van oudsher een probleem. Dat is door goede gewasbeschermingsmiddelen de afgelopen jaren ondervangen. Het beperkter wordende middelenpakket is zeker voor deze regio een bedreiging.
In het traditionele zuidwesten verliest de teelt aan populariteit. In de gebieden waar niet beregend kan worden, is de teelt afgelopen jaren moeilijk geweest. Telers hebben te maken gehad met lage opbrengsten en vragen zich af of het risico van een dure teelt als uien niet te groot is. In de Flevopolders zit het areaal redelijk aan het maximum. Veel telers daar hebben geen ruimte meer voor extra uien in het bouwplan. De zaadbedrijven verwachten dat het areaal daar vergelijkbaar wordt met vorig jaar.
Andere eisen
Door de verschuiving in het teeltgebied veranderen de wensen in raseigenschappen van de uien. Vroege rassen zijn in dit gebied het populairst. Ook een goede huidvastheid is voor deze telers extra belangrijk. Op klei merken verschillende zaadleverancier dat er wat meer aandacht is voor rassen met een sterk wortelgestel. Akkerbouwers daar hebben de droogte van de afgelopen jaren nog in het hoofd. Veel telers op zandgrond leveren uien af land of slaan ze kort op in een aardappelbewaring voordat de aardappelen gerooid worden. Omdat de uien niet lang bewaard worden, speelt de hardheid daar een minder grote rol.
Geduld bewaren
De meeste zaadleveranciers adviseren om tot half maart te wachten met zaaien. Maar zoals een van de handelaren zei: "zaaien is raaien." Op zware grond die bekwaam is en mooi valt, is het goed te volgen dat een boer niet wil wachten. Het afgelopen jaar maakte duidelijk dat je zeker daar de goede momenten moet benutten.
Met de koude nachten die voorspeld worden, doet het zaad nog niets in de grond. Door nog even te wachten tot de grond voldoende is opgewarmd, ontwikkelt de ui zich sneller. Omdat de ui dan sneller boven komt, wordt de kans op korstvorming verkleind en een snelle uniforme opkomst helpt bij de onkruidbestrijding. In opbrengst zijn vaak geen verschillen tussen zaaien begin of half maart.