Harold Hoofd uit Uithuizen heeft positieve ervaringen met uienras Motion van Syngenta. "De hardheid en huidvastheid maken van Motion een echte bewaarui. En bij het afleveren heb je prima kilo's." In 2 afleveringen vertelt Harold zijn verhaal over rassenkeuze, teelttechniek en bewaring.
"Wij werken netjes en proberen de teelt zo goed mogelijk te doen", vertelt Harold Hoofd aan het begin van het interview. "We proberen zo weinig mogelijk aan het toeval over te laten." Harold is bedrijfsleider op het akkerbouwbedrijf van maatschap Wierenga in Uithuizen. Op een derde van het bedrijf van bijna 200 hectare worden pootaardappelen geteeld. Een tweede blok van 66 hectare is voor graslandverhuur, zomergerst en wintergerst. Het derde blok bestaat uit suikerbieten en uien. Van de circa 27 hectare zaaiuien op het bedrijf wordt eenderde in beslag genomen door uienras Motion van Syngenta.
Veilige keuze
Harold leerde Motion kennen door de praktijkproeven die de maatschap jaarlijks aanlegt voor 2 zaadfirma's. "Dat levert ons veel inzicht op", vertelt Harold. "Je ziet hoe rassen zich houden op onze grond en hoe ze in het voorjaar uit de schuur komen." Een aantal jaar geleden lag ook het Syngenta ras Motion in de proeven. "Die kwam toen niet als slechtste uit de bus", lacht Harold met Gronings gevoel voor understatement. "Een ras moet je natuurlijk wel aanstaan voordat je het in je bouwplan opneemt. Het is hier in het Noorden vaak iets later, bij fouten of tegenvallers schuift de teelt dan naar achteren met alle risico's van dien. Bij de rassenkeuze is een middelvroeg ras als Motion daarom het veiligst." Harold doet er verder alles aan om het zaad een vlotte start te geven. "Ze zeggen weleens 'zaaien is raaien' maar wij proberen zoveel mogelijk toeval uit te sluiten", bevestigt Hoofd. "Vooral een vaste ondergrond voor het zaad is heel belangrijk. Wij gebruiken geprimed zaad en dat bevalt prima maar het zaadje moet na het zaaien wel direct door kunnen, anders heb je een probleem."
Het afgelopen droge voorjaar viel het Harold, net als veel andere uientelers op de klei, niet mee om een goed zaaibed klaar te leggen. De percelen variëren van 12 tot 45% afslibbaar waarvan de lichtste in het voorjaar worden geploegd. "De zwaarste grond hebben we beregend voor het zaaien en dat ging goed", blikt hij terug. "Maar de lichte grond hebben we na het ploegen te lang laten liggen. Achteraf hadden we meteen moeten zaaien. Nu hebben we veel moeten beregenen voor een goede opkomst."
Volgende aflevering
In het tweede deel van zijn verhaal vertelt Harold Hoofd over zijn aanpak van de teelt vanaf het zaaien en zijn ervaringen met de bewaring van uienras Motion.