Exporteurs van Nederlandse uien hebben te maken met een bijzonder seizoen waarin het ene na het andere record wordt verbroken. De wereldwijde vraag naar uien wordt momenteel dan ook voor een groot deel met Nederlandse uien ingevuld. Kunnen we dat gevoel ook in de tweede helft van het seizoen vasthouden?
De afgelopen 10 jaar heeft de afzet van Nederlandse uien een forse omslag gemaakt. Waar toentertijd in de eerste helft van het seizoen nog 40% van de uien geëxporteerd werd en de tweede helft goed was voor 60% van de totale export, is dan nu omgekeerd. Vandaag de dag vindt tweederde van de afzet namelijk plaats in de eerste maanden van het seizoen. Ook dit seizoen lijkt dat het geval te zijn, al is dit seizoen wel bijzonder te noemen. Nederland is normaal de gatenvuller in de wereld als het gaat om uien. Dat gat is tegenwoordig een krater. Kortom: er lijkt meer vraag te zijn naar uien dan Nederland kan invullen. Het resultaat? Het ene na het andere exportrecord wordt verbroken en inmiddels lopen we behoorlijk voor op vorig seizoen.
Positief vooruitzicht, maar prijs wordt bepalend
De tweede helft van het seizoen is daarentegen doorgaans wel minder glamoureus. De verwachting is dat vanaf 1 januari circa 14.000 ton per week geëxporteerd moet worden om een topseizoen te behouden. En hoewel dat cijfer fors lager is dan de 35.000 ton van afgelopen week, is het een normaal resultaat voor de tweede helft van het seizoen. Dit omdat Senegal dan de eigen oogst op de markt brengt en de grenzen sluit voor Nederlandse uien. In de tweede helft van het seizoen moeten we het dus hebben van meer onverwachte afzet. Daarbij kun je denken aan Brazilië of dit jaar Spanje, waar de eigen oogst minder is dan verwacht.
De ervaring leert dat de prijzen wel zeer bepalend zijn. Momenteel ligt de baalprijs rond de €25 à €26, maar als die prijs naar €30 of hoger stijgt, is de verwachting van exporteurs dat er problemen ontstaan in de export. Zeker in de tweede helft van het seizoen zal de export dan stroever lopen, doordat het aantal afzetmarkten in die periode fors kleiner is. In de afgelopen jaren is dit vaker voorgekomen en dan krijgen de alternatieve, goedkopere landen de voorkeur. Zelfs als er ingeleverd moet worden op de kwaliteit.
Al met al is de sector positief gestemd. Voor de korte termijn blijft het lastig om een voorspelling te doen vanwege de onzekerheid die de coronacrisis met zich meebrengt, maar exporteurs voorzien tot nu toe geen grote problemen in de tweede helft van het seizoen. Immers; een exportcijfer van 14.000 ton levert geen hoofdbrekens op. Ook is er weinig angst rondom de brexit. Volgens exporteurs zal Engeland wel klant blijven, omdat de eigen oogst onvoldoende is om aan de consumptie te tippen. Nederland exporteert daarnaast naar bijna 140 landen en de meesten daarvan zijn derde landen, wat betekent dat we gewend zijn aan de extra regels die een no-deal met zich me zou brengen.
Hoelang houdt India de grenzen dicht?
Naast de coronacrisis en brexit, houdt de sector zich bezig met India. Als gevolg van klimaatverandering zijn veel uienoogsten in het land mislukt, waardoor de prijzen buitensporig hard zijn gestegen. In de supermarkt worden prijzen genoemd van €0,91 tot €1,14 per kilo, afhankelijk van de kwaliteit. Het is een van de redenen waarom de overheid besloten heeft om een exportverbod in te stellen. De eigen bevolking moet eerst maar eens te eten zien te krijgen, voordat de rest van de wereld beleverd wordt. Voor Nederlandse exporteurs een mooie kans, want wie had ooit gedacht dat onze grootste concurrent de regels zou versoepelen om uien te kunnen importeren? Ook de landen die India doorgaans belevert, zijn 'vrij' gekomen. Het gaat hierbij veelal om minder populaire bestemmingen voor rederijen, omdat dat geen retourvracht is voor de reefercontainers.
Hoelang deze situatie nog aanhoudt, is lastig te voorspellen voor exporteurs. Wel werd recent bekend dat de Indiase staat Telangana in januari voor een uientekort staat als de regering niet ingrijpt. Volgens de handelaren kan alleen tijdige import uit landen als Egypte, Turkije en Afghanistan dit voorkomen. Nederland is in dit geval minder interessant vanwege de hogere prijsklasse. Kijkend naar die berichten, dan is er kans dat het exportverbod voorlopig van kracht blijft, maar exporteurs zijn huiverig: "in dit soort landen kan een situatie als deze zomaar ineens veranderen." Het devies is dan ook om er nu van te profiteren, want dipjes zullen zich waarschijnlijk later in het seizoen nog wel voordoen. Dat is elk seizoen het geval. Ze zeggen niet voor niets dat het venijn in de staart zit.
Beschikbaarheid van containers
Een van die dipjes kan de beschikbaarheid van containers zijn. Een feit is dat door de coronacrisis de wereldwijde 'containerstromen' in de war zijn gebracht. De export wereldwijd loopt hierdoor terug, er zijn dus minder containers en daardoor liggen de tarieven nog hoger dan dat ze al waren. Overigens scheelt het wel of je vaste afspraken hebt of altijd op zoek gaat naar de goedkoopste container op het laatste moment. Met andere woorden: de uien zijn al best prijzig en een hoger tarief voor de container zorgt voor een hogere totaalprijs. Iets waarvan we eerder zeiden dat het negatief kan uitpakken in de tweede helft van het seizoen. Maar, als je kijkt naar de prijzen voor uien in China en India, dan zijn ook die hoog. Hierdoor kunnen we als Nederland toch competitief blijven.
Al met al overheerst die positieve gedachte, ook als we verder naar de toekomst kijken. Zo verwachten exporteurs dat West-Afrika een groeimarkt blijft voor Nederlandse uienexporteurs. De bevolking daar neemt alsmaar toe en die zullen ook de komende jaren uien blijven consumeren. Nog verder vooruit in de toekomst is nog de hoop dat de Chinese markt eindelijk beschikbaar komt voor Nederlandse uien. Ook de oostkust van Afrika is interessant, maar logistiek en politiek gezien nog lastig. Kortom: er is nog genoeg perspectief voor de Nederlandse uienmarkt.