Vraag naar Nederlandse uien blijft aanhouden

Deze week werd er meer duidelijk over de landelijke opbrengsten. Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) bracht op donderdag 29 oktober de voorlopige oogstraming uit. Hierbij gaat het CBS uit van een gemiddelde opbrengst van 49,50 ton. Dit jaar valt op dat er grote verschillen zijn in opkomst, de range tussen matige en goede opkomst is namelijk erg groot. 

Volgens de cijfers van het CBS zijn er dit jaar bruto 1.350.337 ton zaaiuien en 349.617 ton plantuien geoogst. Een deel hiervan blijft binnen de Nederlandse markt of wordt verwerkt in de industrie (wat niet wordt meegenomen in de exportcijfers). Van de overige uien is tot en met week 41 al 375.764 ton uien geëxporteerd. De berichten die over de uienexport binnensijpelen blijven positief, ook de laatst gepubliceerde cijfers zijn met ruim 37.500 ton uitstekend. Vanuit exporteurs wordt duidelijk dat er ook in de nog niet gepubliceerde exportweken veel vraag is geweest naar Nederlandse uien. 

Prijzen omhoog.
De boerenprijzen zijn in korte termijn flink gestegen. Waar vorige week slechts enkele verpakkers voor €20 op termijn hun portemonnee trokken, wordt deze prijs nu breed gedragen onder alle verpakkers. Met de sterke vraag vanuit de export moeten verpakkers hun werkvoorraad op pijl houden waardoor men genoodzaakt is om uien bij te kopen.

De regionale beurscommissies noteren deze week wederom allemaal met een positief verschil. Wanneer de noteringen naast elkaar worden gelegd, dan wordt er €16 tot €19 betaald waarbij de verschillen tussen 30% tot 60% grof en 60% opwaarts dicht bij elkaar liggen.

Met de stijgende boerenprijzen zijn verwerkers genoodzaakt om ook de baalprijzen te verhogen, dit is ze ook deze week gelukt. Een overzicht van de baalprijzen vindt u in de DCA notering Baalprijs Uien.