Maar weinig akkerbouwgewassen kennen zo'n markant verloop als de Hollandse ui. Wie een 15 jaar oude kaart erbij pakt ziet 2 diepgekleurde plekken als hotspot van de uienteelt: Zeeland en Flevoland. Anno 2019 is dat beeld compleet anders. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Boer&Bunder, de applicatie van agrotechbedrijf Dacom, maakt inzichtelijk hoe het akkerbouwareaal in Zeeland verschuift. Op de website wordt data van de afgelopen 4 jaar getoond. Na graan, aardappelen en suikerbieten staat de teelt van uien op een vierde plaats in de provincie. Vooral dit jaar is een duidelijke teruggang merkbaar. Over een periode van 15 jaar is de teelt nog steeds stevig toegenomen.
Uiendichtheid
De provincie telt dit jaar 7.642 hectare uien, op een totaal van 122.207 hectare cultuurgrond. Het groentegewas neemt daarmee 6,25% van de oppervlakte in beslag. In het veel kleinere Flevoland is de ‘uiendichtheid’ maar liefst 12%. Zuid-Holland komt op 3% en Drenthe slechts op 0,9%.
Binnen de sector wordt al langer gesproken over de teruggang van het uienareaal in Zeeland. Toch ligt het hoogtepunt nog vers achter ons. In 2017 werd het grootste areaal ooit in de provincie bereikt. Het ging toen om bijna 9.000 hectare. Tien jaar eerder was dat 7.500 hectare en in 2000 net geen 6.000 hectare. Overigens wijken de cijfers van Boer&Bunder iets af, ten opzichte van het CBS. Beide gebruiken data afkomstig van de Gecombineerde Opgave van RVO.nl. In dit artikel hanteren we zoveel mogelijk de cijfers zoals B&B ze presenteert.
Recente areaalafname
2018 toonde voor het eerst een kentering in het Zeeuwse areaal. Toen daalde de oppervlakte met 316 hectare, ofwel 3,5%, ten opzichte van het jaar ervoor. Een jaar later is die daling nog beter merkbaar. Dit voorjaar werd 7.642 hectare met uien gezaaid of geplant. Een daling van 11,5%.
Interessant is ook de verdeling tussen zaaiuien en tweedejaars plantuien. Plantuien maken dit seizoen 30% van het totaal op. Vorig jaar was dat aandeel bijna 40%, al zitten hier ook enkele honderden hectares eerstejaars plantuien bijgerekend. In 2017 was het aandeel 45% en in 2016 48%. In tegenstelling tot sommige meningen van insiders verschuift de uienteelt niet van zaai- naar plantuien.
Verdeling per gemeente
Zeeuws-Vlaanderen telt verreweg de meeste hectares uien. Alle 3 de gemeentes zijn er goed voor meer dan 1.000 hectare uien dit jaar. Sluis gaat met 1.350 hectare aan kop. Ook Schouwen-Duiveland komt boven de 1.000 hectare uien uit. In alle gemeentes is het areaal afgenomen ten opzichte van een jaar eerder. In Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland is dat erg goed merkbaar.
Met welke gewassen vullen Zeeuwse akkerbouwers hun uienpercelen in? Het gaat om 992 hectare die een andere bestemming heeft gegeven. In de totale cijfers is dat lastig terug te vinden. Het aardappelareaal blijft met goed 19.000 hectare rotsvast, al tikte deze in 2017 bijna de 20.000 aan. Het areaal pootgoed stijgt voorzichtig. Wel is het graanareaal toegenomen, met 1.300 hectare dit jaar. Het niveau van 2016 is echter nog niet bereikt. Deze toename is deels afkomstig van een dalend areaal suikerbieten.
Opkomst van het noorden
Vijftien jaar geleden maakten Flevoland en Zeeland de dienst uit. Het uienareaal in Noordoost-Nederland bedroeg hooguit 300 hectare. Ook toen was al een zeer voorzichtige stijging merkbaar, ten opzichte van de situatie in 1995. Toen ging het om minder dan 100 hectare.
In slechts 4 seizoenen maakte de Drentse ui een monstergroei door van 130%. In 2017 kwam het areaal voor het eerst boven de 1.000 hectare. Vorig jaar was dat 1.114 hectare en de grootste sprong werd in het huidig seizoen gemaakt. Een plus van 58%. De meeste uien worden in de gemeente Emmen en Midden-Drenthe geteeld.
Meer uien op Groninger klei
Ook de provincie Groningen doet een duit in het zakje, al is de groei daar minder heftig. Het areaal in deze provincie bedraagt voor 2019 2.619 hectare. Een stijging van bijna 30%. De areaalsprong is daar een jaartje later gemaakt ten opzichte van Drenthe. Het ‘Hogeland’ is traditioneel een groot teeltgebied. Dat blijft het geval met een uiterst stabiele oppervlakte rond 500 hectare. In 2016 waren de zand- en dalgronden samen goed voor 150 hectare. Dat is dit jaar al 456 hectare. Dik 200% meer! Ook op de kleigrond worden meer uien geteeld. Meest opvallend is de regio Oldambt. Daar staan dit jaar 200 hectare uien, tegenover 90 hectare in 2016.
Zoals de cijfers aantonen is de areaaldaling in Zeeland een vrij recent fenomeen. Na enkele dipjes bleef ook het Zeeuws uienareaal sinds 2011 stevig groeien. Echter; zaken als een slechte prijs, weersextremen, beperkte beregeningsmogelijkheden en de hoge tripsdruk of andere ziektes hebben in recente jaren deze toename een halt toegeroepen. Hoe het areaal zich verder ontwikkelt is afhankelijk van deze factoren en de alternatieven. Net als in de andere akkerbouwregio’s op klei zit het bouwplan vol met rooivruchten. Financieel gezien blijft de graanteelt, of een handelsgewas, marginaal ten opzichte van de potentiële winst van uien.
Continue investeren
Over de groei van het areaal in Noordoost-Nederland kunnen we met een iets grotere zekerheid spreken. Akkerbouwers hebben daar ingezet op groei en hier veelal ook op geïnvesteerd qua mechanisatie en bewaarmogelijkheden. Zij hebben iets meer ruimte in het bouwplan voor uitbreiding, al groeit het aardappelareaal mee. Ook andere provincies mogen we niet uitvlakken, al is de groei hier minder groot. Overijssel tekent voor 500 hectare uien en Limburg noteert een toename van 16%.
Schaalgrootte is een ander punt. In Drenthe zijn de meeste uienpercelen 4 tot 10 hectare groot en een derde boven de 10 hectare. Het aandeel 4 tot 10 hectare is in Zeeland evenzogoed vertegenwoordigd, al zijn er verhoudingsgewijs minder percelen boven de 10 hectare.