De uienmarkt bevindt zich al enige tijd in rustig vaarwater. De verwerkers, handelaren en boeren wachten in volle spanning totdat de uienmarkt een beweging gaat maken. Wat doet dit met de noteringen?
Inmiddels is alles al wel gezegd en geschreven over deze stabiele periode op de uienmarkt, en er zijn op het moment dan ook over de hele wereld goedkopere alternatieven te vinden. Daarnaast is bekend dat de vraag uit Europa moet komen, maar zolang zij nog beschikken over de lokale en goedkopere uien richten zij hun pijlen nog niet op Nederland.
De exportcijfers van week 6 vielen ook behoorlijk tegen en werden deze week bijgesteld naar 7.172 ton uien. De gemiddelde export over de volle weken in 2019, ligt nu op 9.126 ton uien.
Dalende beursprijzen
Voor de beurscommissies is het nu lastig om een notering op het bord te zetten. Er zijn namelijk weinig transacties om die notering op te kunnen baseren. De transacties die wel gedaan zijn, komen lager uit dan in de voorgaande weken. Daardoor presenteren de 3 commissies een negatief verschil.
Wanneer de 3 beursnoteringen naast elkaar worden gelegd, dan wordt er voor de fijnste sortering €30 tot €38 genoteerd. Voor de 30% tot 60% grof komt de notering uit op €36 tot €45 en voor de grofste sortering is dat €40 tot €47.
Baalprijzen
Drielingen (35 tot 50 millimeter) zijn momenteel schaars. Dit komt vooral doordat veel 40 tot 60 millimeter als middel wordt verpakt. De baalprijs voor de kwalitatief goede drielingen heeft hierdoor de afgelopen weken een stapje omhoog gezet tot €42. De middelsorteringen staan lichtelijk onder druk en de baalprijzen voor grove uien zijn vast.