De uienmarkt verloopt nog altijd erg stroef. De export wil niet vlotten en de telers hebben al een tijd niemand meer op het erf gehad. Wat doet dit met de prijzen?
De exportcijfers die deze week bekend werden gemaakt, vielen eenieder behoorlijk tegen. Met een weekexport van 7.172 ton uien (week 6) ligt de bodem lager dan verwacht. Of de cijfers tussen week 6 en week 9 net zo laag zijn, is te betwijfelen; al zal er niet veel meer geëxporteerd worden. Dat heeft ervoor gezorgd dat 5 van de 35 Nederlandse uienverwerkers arbeidstijdverkorting hebben aangevraagd voor een deel van de vaste medewerkers; er is immers niet/nauwelijks werk.
De reden voor de rustige export is het feit dat Nederlandse uien te duur zijn. Er zijn ook nog voldoende alternatieven om aan goedkopere uien te komen (dan de Nederlandse uien). Ook de retailsector zal binnenkort grotendeels overschakelen op nieuwe oogst, waarbij Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika de belangrijkste leveranciers zullen zijn.
Baalprijzen versus boerenprijzen
Er zijn echter wel degelijk bestemmingen in Europa die in Nederland uien kopen. Echter, zolang zij geen grote volumes afnemen, zet dit geen zoden aan de dijk. De telers die nog een box uien in hun schuur hebben liggen, hebben vertrouwen dat de Europese bestemmingen nog aan de markt komen. Deze uientelers houden vast aan de hoge uienprijzen, waardoor er een 'mismatch' is tussen de baalprijzen en de boerenprijzen.
De regionale beurzen in Emmeloord en Middenmeer kwamen deze week beiden met een rustige stemming. Alle 3 de regionale beurzen noteren verder onveranderd bij alle grofte categorieën.