In een bestek van dagen schoot de uienprijs naar nooit eerder vertoonde hoogtes. Genoemde prijzen, soms puur speculatief, zijn voor veel telers onbereikbaar. De kwaliteit en sortering dicteren het prijskaartje. Daarnaast neemt de groep telers met vrij te verkopen product zienderogen af. Zo ontstaat de vraag: hoeveel vrije uien zijn er nog te koop?
Opbrengstcijfers van statistiekbureau CBS ramen de bruto zaaiuienoogst voor dit jaar op 811.392 ton, goed voor een hectareopbrengst van 32 ton. Na publicatie noemden insiders dat een verlaging van 44%, ten opzichte van oogst 2017, waarschijnlijk aan de positieve kant was. Er wordt namelijk gerekend met 50% of meer.
Uienoogst
Wanneer rekening wordt gehouden met het geëxporteerde en verwerkte volume plantuien, waarvan het areaal dit jaar fors toenam (+17% tot 9.140 hectare), is naar verwachting voor 2018/2019 ongeveer 825.000 ton netto te exporteren product beschikbaar. Dat blijkt uit berekeningen die in de Boerenbusiness Uienanalyse uiteen wordt gezet. Hierbij is ook het hoge tarrapercentage en forse aandeel ondermaat meegenomen.
Tot en met week 46 komt de totale uienexport uit op 447.000 ton, met een weekgemiddelde van 22.300 ton. Dit betekent dat zo'n 50% van de uien uit Nederland de landsgrenzen al heeft verlaten. Trek je het weekgemiddelde door, dan betekent dit dat aan het einde van 2018 zo’n 75% verladen zal zijn.
Het is lastig om een uitspraak te doen over het verdere verloop. Insiders schatten in dat exporteurs de laatste uien in april (tot maximaal begin mei) verschepen. Daarbij wordt opgemerkt dat het behaalde gemiddelde exportvolume niet gehandhaafd blijft. Het normaal zo overvoerde Senegalese quotum blijft dit jaar deels onbeantwoord.
Hogere baalprijzen
Na hectische weken op de markt is de rust (voor nu) wedergekeerd. De afnemers hebben flink in de buidel getast om uien in handen te krijgen. Dit was mogelijk omdat de baalprijzen fors waren gestegen. Tussen week 44 en week 48 kwam er, afhankelijk van de sortering, tot €20 per 100 kilo bij. Alleen wanneer de baalprijzen een nieuwe stap maken stijgt de telersprijs, maar dan moeten er wel voldoende uien zijn.
Navraag bij insiders leert dat de schatting van het nog vrij te verkopen volume 20% van de netto oogst bedraagt. Dit komt neer op 165.000 ton (1 december). Naast de voorraden die commissionairs, sorteerders en exporteurs in handen hebben, is er dit seizoen een troefkaart in het spel: de speculanten. Het is giswerk hoe groot het volume is waarover zij beschikken. Er worden hier en daar tonnages tot 100.000 ton genoemd, maar 50.000 ton lijkt eerder in de juiste richting.
Het gros van deze partijen heeft nog geen koper. De speculanten hebben geprofiteerd van de uitzonderlijke markt en in een vroeg stadium mooie partijen (grof en kwaliteit met kiemrust) in handen gekregen. De 'dood of de gladiolen-strategie' is het meest toegepast. Zij komen niet in beweging bij de huidige marktsituatie, en de daarbij behorende prijzen van €50 tot maximaal €60 per 100 kilo op de lange termijn.
Voorlopig kijken telers nog omhoog, met een gemiddelde beursnotering voor grove uien die in 3 weken tijd van €32,50 naar €46 per 100 kilo steeg. De vraag is wat de reactie gaat zijn wanneer de prijs gas terugneemt en naar €40 of lager zakt. Maakt dit meer aanbod los? Daarnaast komt er ook meer gedwongen aanbod, als gevolg van kwaliteitsproblemen in partijen die eerder goed leken.
Hoogte VTA-cijfers
Telersvereniging VTA publiceert eind december waarschijnlijk zijn eerste voorraadinventarisatie onder haar leden. Eerder dit jaar publiceerde het een 30% lagere opbrengst (gemiddelde), met 20% minder 60 millimeter opwaarts in de bemonsterde percelen. Die 30% was op basis van de proefrooicijfers, waarna niet alle percelen zijn geoogst.
Met de CBS-cijfers in het achterhoofd komt VTA met een forse correctie. De vraag is waar het voorraadpercentage op uitkomt. In 2017 was aan het einde van december 33% afgeleverd en van de resterende voorraad was 20% verkocht. Hoogstwaarschijnlijk is dit jaar minder dan 20% nog te koop.
Neemt de markt gas terug en daalt de prijs, dan kan er aanbod komen uit de speculantenhoek en van telers die twijfelen over de bewaarbaarheid. Dat creëert kansen voor lange bewaarders, al moet een hoger prijsniveau wel te dragen zijn door kopers. Komt er een nieuwe koopgolf, zoals de afgelopen weken vertoond, dan wordt het waarschijnlijk lastiger om uien in handen te krijgen, tenzij kwaliteit (of het gebrek hieraan) de verkooppositie gaat dicteren.
Uiensector spreekwoord
De uiensector kent zijn eigen spreekwoord: Hoed u voor dat wat er niet is. Met andere woorden; in tijden van krapte kan het verbazen hoeveel aanbod er nog vrij komt, terwijl op zo’n moment verwacht wordt dat de markt leeg is. Of deze oude wet in 2019 nog wel geldt, wijst de toekomst uit.