Kan minderopbrengst West-Europa opgevuld worden?

In Nederland wordt een minderopbrengst van 40% verwacht en die komt in Duitsland uit op 35%. Echter, niet alleen op het vasteland van West-Europa liggen de opbrengsten lager, want ook in het Verenigd Koninkrijk (VK) komt de opbrengst fors lager uit. 

De Britse uienbond BOPA maakte recent bekend dat de Britse opbrengst van uien maar liefst 40% lager is dan vorig jaar. Ook daar is de grofte een groot punt van zorg. De Britse retailsector heeft daarom besloten om de maatvoering aan te passen.

Vult Polen de gaten op?
Wanneer we het hebben over het opvullen van de gaten op de markt, dan wordt al gauw gekeken naar landen als Polen en Spanje. In Polen is veel vraag naar uien, ook vanuit Nederland. Die vraag jaagt de prijzen in het land omhoog, zelfs tot een 10-jarig record. De prijzen liggen er gemiddeld rond de €37 per 100 kilo.

Echter, de uienopbrengsten liggen ook in Polen duidelijk lager. Het Poolse bureau voor statistiek schat een opbrengst van 575.000 ton in, wat een afname is van 14% ten opzichte van vorig jaar. Kortom: ook Polen kan dus maar beperkt als gatenvuller dienen.

Is Spanje de oplossing?
Spanje is immers vrijwel het enige land in Europa waar de telers niet te kampen hadden met droogte. Integendeel zelfs, het seizoen was natter dan in de afgelopen jaren. De opbrengsten zullen naar verwachting op een normaal niveau uitkomen. Daarentegen is het areaal wel met 4% gekrompen, ten opzichte van vorig jaar. Volgens de FEPEX wordt er een oogst van 1,3 miljoen ton verwacht.

Over het algemeen is ook de kwaliteit en grofte in Spanje prima te noemen. Dat is het punt dus ook niet. Het verschil zit hem in het type van de ui. In Nederland worden (wegens de daglengte) uien van het type Rijnsburger geteeld. Die uien zijn lang bewaarbaar, waar Spaanse uien dat in mindere mate zijn. Daarom kan Spanje de vraag niet volledig invullen. Ook heeft Spanje niet de transportmogelijkheden van de Nederlandse sector. Wel is het zo dat Spanje eerder op de markt komt en kan inspelen op de situatie in Noordwest-Europa.

Maakt Oekraïne het verschil?
De exporteurs uit Oekraïne doen voorkomen dat zij het verschil kunnen maken, omdat de uien in het land wel grof zijn; al is ook daar sprake van meer kleinere maten. De stijgende uienprijzen doen vermoeden dat er veel vraag naar het product is.

Echter, de uien uit Oekraïne hebben al een ander gat te vullen. Dat is namelijk die op de Russische markt. Dit omdat Nederland en Polen niet meer naar Rusland mogen exporteren. In Oekraïne zijn de opbrengsten van de uien ook niet altijd even geweldig.

Areaaluitbreidingen?
Kortom: hoewel landen als Spanje en Oekraïne willen profiteren van de situaitie in Noordwest-Europa, zullen ook zij niet in staat zijn de tekorten op te vullen. Daarnaast kunnen zij niet de uien leveren (lang bewaarbaar) die Nederland levert. Op zijn vroegst komen er vanaf eind maart weer uien beschikbaar, vanaf het zuidelijk halfrond. 

Als de prijs hoog genoeg is, dan zullen China en Nieuw-Zeeland proberen te profiteren. Echter, ook deze landen kunnen niet zomaar hun areaal uitbreiden. De vraag is of er voor die tijd een gat zal ontstaan. Met het huidige hoge exporttempo lijkt dat niet onwaarschijnlijk.