De Nederlandse uienmarkt verkeert in een uiterst moeilijke periode. Hierbij is niet aan te geven waar je als teler met grove uien het beste mee af bent: doorgaan met verkopen of je kaken op elkaar houden. In de praktijk betekent dit dat telers moeten nadenken over extreem lag, onder de 5,00 euro, biedingen. Ook wanneer de uien grof zijn, ruim boven de 60%.
Dat is de keerzijde van de medaille, waarvan werd aangenomen dat deze dit seizoen niet zou hoeven worden uitgereikt. Echter, de werkelijkheid duwt de neuzen op de feiten. Het bijkopen van uien lijkt zo voor de handel een risicovolle onderneming te worden, die daar de laatste maanden financieel zwaar zijn geweest het liefst gemeden wordt.
Prijsdaling verrast
De snelheid waarmee de uienprijzen naar beneden gaan overrompeld menigeen. Uit het overzicht van gedane zaken, van uienhandelaren die melding maken op de website van Holland Onions Association (HOA), blijkt dat het gemiddelde aankoopniveau met 1,25 euro is gedaald naar 5,19 euro per 100 kg.
De teller van het verhandelde volume bleef in week 12 steken op 5.260 ton. Dat is iets lager dan de 5.375 ton van week 11. Het wekelijks verhandelde volume dit seizoen komt daarmee uit op gemiddeld 6.334 ton. Daartegenover staat een prijs van 9,193 euro per 100 kg. De gemiddelde notering van de regionale beurzen, van de 60% grof sortering, komt over dezelfde periode uit op 9,682 euro.
Overigens was er sprake van een behoorlijk prijsverschil tussen de handel in uien in de eerste helft van week 12 en de tweede helft van die week. In de eerste helft van week 12 ging het om 6,66 euro en in de tweede helft van diezelfde week om 3,80 euro. Het volume was in de tweede helft van week 12, met 2.705 ton, 150 ton groter dan in de eerste helft van die week. Op de regionale beurzen was een vergelijkbaar prijsbeeld waar te nemen.
Malaise hoort bij uiencyclus
Deze situatie in het Nederlandse uienlandschap is niet nieuw. In de oogstjaren 2004 en 2008 werden er, als gevolg van de moeizame afzet, initiatieven ontwikkeld om de afzet van uien een boost te geven. Duidelijk werd toen ook dat het collectief organiseren gelijk staat aan het bekende ‘kikkers-in-een-kruiwagen-effect’. Je kunt het met elkaar eens zijn, maar om dat in praktijk te brengen, is nog een hele uitdaging.
Dergelijke initiatieven lijken, voor de tijd van nu, passé. De verkopers zullen nu alle creativiteit in de strijd moeten gooien en daarbij mee moeten denken met de koper. Anders haakt de koper bij voorbaat al af. Dat betekent dat soms alleen de grove maten op geld kunnen worden gezet en de ‘ondermaten’ in overleg moeten worden vermarkt.
Rusland en Polen worden node gemist
In de praktijk komt dat erop neer dat de fijne maten/partijen worden verwerkt tot sap of een andere industriële verwerking ondergaan. Echter, het aanbod is zo groot dat er ook naar andere mogelijkheden voor afzet moet worden gezocht. Zo worden er middelsortering uien naar Oost Europa verzonden. Daarbij heeft de verzender het op voorhand niet over geld. Russische en Poolse afnemers worden node gemist.
Het mag duidelijk zijn dat de handdoek door telers en handelaren in de ring wordt gegooid. De vastberadenheid onder telers maakt steeds meer plaats voor angst, want uien achter de schuur rijden daar hebben telers geen trek aan. Het maakt ook duidelijk hoe kwetsbaar de Nederlandse uienmarkt is. Daar zal de komende jaren rekening mee moeten worden gehouden, of we dat nou leuk vinden of niet.