Agrifoto

Achtergrond Gewasbescherming

'Ctgb voorbijgelopen in uitspraak lelieteelt'

Vrijdag 14:30 uur - Jan Willem Veldman - 5 reacties

De recente uitspraak van de Raad van State over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt heeft veel stof doen opwaaien. De rechter heeft geoordeeld dat provincies grondiger moeten onderzoeken wat de mogelijke negatieve effecten zijn van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt op Natura 2000-gebieden. Jan Verschoor, algemeen directeur van de brancheorganisatie CropLife NL, vindt dat provincies een te complexe verantwoordelijkheid toebedeeld krijgen wat praktisch gezien onmogelijk is om uit te voeren.

De uitspraak richt zich specifiek op de lelieteelt. In deze teelt worden gewasbeschermingsmiddelen gebruikt die bedoeld zijn om bij te dragen aan de productie van hoogwaardige sierteeltgewassen. Verschoor geeft desgevraagd aan dat niet de provincies, maar het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) juist in het leven is geroepen om de risico's van de middelen objectief en wetenschappelijk te beoordelen. Het beoordelen van risico's op mens, dier en milieu is hun kerntaak. "Van provincies kan een zelfstandige inhoudelijke beoordeling niet worden verwacht. Zij zouden moeten kunnen voortbouwen op de wetenschappelijke beoordeling van het Ctgb."

Gevolgen lelieteelt
Telers hoeven niet onmiddellijk te stoppen met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. In de betreffende zaak hebben de provincies lelietelers in het algemeen een waarschuwing gegeven waar ze nu aan vasthouden. Dit betekent dat het noodzakelijk geacht wordt dat provincies opnieuw beoordelen wat de specifieke situatie per gebied is. De verantwoordelijkheid ligt hierbij dus nadrukkelijk bij de provincies. Verschoor vindt dat er gekeken moet worden om de samenwerking met het Ctgb aan te gaan. "Alleen zo kan er een eenduidig en onderbouwd oordeel komen over de veiligheid van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in kwetsbare natuurgebieden."

In hoeverre in deze zaak alle aspecten van de beoordeling van het Ctgb op de natuur naar voren zijn gekomen, vraagt Verschoor zich af. De Raad van State heeft weliswaar naar de toelatingsbeoordeling van het Ctgb gekeken, maar hun beoordeling in deze zaak is kennelijk niet als voldoende beschouwd. "We zouden moeten vertrouwen op instituties die alle gevaren afwegen. Wanneer er een oordeel wordt geveld dat een middel veilig kan worden gebruikt (en de risico's op mens dier en milieu zijn meegenomen) moet dit voldoende zijn om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen rondom Natura 2000-gebieden mogelijk te maken", stelt Verschoor. Het is volgens hem immers bijna onmogelijk om aan te tonen dat een middel géén effect heeft.

Zaak omdraaien
Verschoor vindt dat je in deze casus de zaak moet omdraaien. "De vraag zou eerder moeten zijn: als een middel effect zou hebben, in hoeverre is dat effect dan schadelijk voor de natuur? Op dit moment heeft de rechter beoordeeld dat de aangeleverde informatie niet voldoende is. Het vervolggesprek zou moeten gaan over de wijze waarop kan worden vastgesteld dat mogelijke negatieve effecten worden afgedekt door de huidige risicobeoordeling van het Ctgb. Dit is nodig om de situatie werkbaar te laten zijn", legt Verschoor uit.      

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden