NAO

Aangeboden door NAO

'Ik lever mijn pootgoed het liefst in bigbags af'

Gisteren 08:00 uur

Pootgoedteler Klaas Jan Jensma uit Hijum steekt zijn ziel en zaligheid in de productie van kwaliteitspootgoed. En als dat eenmaal klaar is voor aflevering, stuurt hij het – misschien verrassend – het liefst in bigbags naar de consumptieteler. "Dat is een fijnere en schonere reis voor de knol." We vroegen Jensma hoe zijn aanpak voor goed pootgoed er uitziet.

In een van de schuren van Klaas Jan Jensma hangt een bordje met de spreuk: 'Het leveren van kwaliteit kost geld. Maar het niet leveren van kwaliteit kost kapitalen'. Het tekent de instelling van de Friese pootgoedteler die jaarlijks zo'n 80 hectare van de specialistische teelt rondzet met zijn werknemers. De zorg voor kwaliteit begint op Jensma's bedrijf al bij de omgang met zijn eigen pootgoed. Hij teelt al zijn pootgoed vanuit miniknollen en prepareert zijn partijen voor eigen vermeerdering met een uitgekiende combinatie van bewaartemperaturen en Talent-behandeling (zie kader). Jensma: "Dan heb ik eind maart, begin april knollen die voldoende zijn geactiveerd en veel stengels kunnen voortbrengen." Bij het planten krijgen de knollen een dubbele bescherming tegen bodemschimmels mee en als voeding vloeibare fosfaat en een traagwerkende vloeibare stikstofkunstmest. Snel na opkomst begint de luisbestrijding en niet veel later gaan er ook phytophthoramiddelen in de tank van Jensma's luchtondersteunde spuit.

Valhoogtes beperken
Bij de oogst zorgt Jensma ervoor dat de moederknollen op het land blijven – daarvoor ruilde hij zelfs al eens zijn 4-rijige zelfrijder in voor een getrokken bunkerrooier met leesband – en zorgt hij op alle punten in de oogstlijn voor minimale valhoogtes. "Vooral de steunrollen onder transportbanden zorgen voor flinke klappen, die moet je ontwijken", weet de pootgoedteler. Al het pootgoed gaat in kisten die direct voor de droogwand worden gezet. Het pootgoed dat in het voorjaar zijn weg vindt naar bestemmingen in Nederland en Noordwest-Europa wordt tot het sorteren bewaard in een computergestuurde tochtschuur bij 7 à 8 graden. Voor het sorteren wordt het opgewarmd naar circa 10 graden om blauw te voorkomen en daarna gaat het tot aflevering in de koeling. Vlak voor aflevering leest Jensma al zijn pootgoed voor een tweede keer. "Ik wil zeker weten dat ik goed pootgoed op transport zet. Mijn telernummer staat immers op de kaart."

Bigbag is favoriet
Voor het transport naar de consumptieteler is de bigbag Jensma's favoriete methode. "In een bigbag heeft de knol een fijnere reis", is Jensma's overtuiging. "Een bigbag is altijd schoon en de aardappels vallen minder hoog dan in een onderlosser. Ik heb daar de extra handeling graag voor over. En een bigbag past weer precies in een kuubskist, dus bij de ontvanger hoef je er geen extra werk van te hebben." Die ontvanger moet dan wel het pootgoed snel omzetten naar kisten, want voor langdurige opslag is een bigbag duidelijk minder geschikt, vindt ook Jensma. Na ontvangst is het belangrijk dat de kisten goed geventileerd en koel wordt weggezet. "Wie pootgoed ontvangt in november, kan zonder problemen bewaren bij 3 graden", stelt de pootgoedteler. "Dat helpt om lange kiemen te voorkomen. Bij ontvangst in februari, adviseer ik tussen de 4 en 6 graden te bewaren. Maar ook als je niet kan koelen, is het pootgoed makkelijk een maand in conditie houden. En als de kiemen te lang worden, kan je de kisten een keer draaien."

Herkomsten apart houden
Jensma besluit zijn verhaal met twee welgemeende tips voor de ontvangende telers. "Het pootgoed bij ontvangst áltijd heel goed controleren. Of het nou in een onderlosser of een bigbag zit, maakt niet uit. Het is een levend product en er kan altijd iets mis gaan. En als je met pootgoed werkt van verschillende herkomsten, hou ze dan apart en noteer wat je waar hebt geplant. Dan kun je bij eventuele problemen achterhalen welke partij het was."

Bekijk ook de video van Klaas Jan

Zo prepareert Jensma zijn eigen pootgoed
Het pootgoed dat Klaas Jan Jensma het volgende voorjaar op zijn eigen bedrijf uitplant, bewaart hij na de wondheling eerst ongeveer een maand bij 3 graden. Daardoor gaat de knol versuikeren en die suiker is weer brandstof voor de kiemen. Medio november krijgen de knollen een warmtestoot om de kieming op gang te brengen en daarna gaat het pootgoed bij een temperatuur van 7 á 8 graden in de Talent-bewaring. De Talent brandt de kiemen af en daarmee wordt de topspruitdominantie doorbroken. Daardoor komen er meer kiemen en dus meer stengels en knollen tot ontwikkeling.

Ziektedruk - Bruine roest
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden