Uitstel inzaai vanggewas, oogstdeadline blijft

De reden om drie weken uitstel te verlenen ligt bij het extreem natte voorjaar. Tussen februari en mei viel maandelijks meer dan de dubbele hoeveelheid neerslag, dan wat gemiddeld is in Nederland. Daardoor is later gezaaid en gepoot en hebben de gewassen een groeivertraging opgelopen. De minister van LVVN concludeert, op basis van de CDM-expertcommissie, dat het niet haalbaar is dat alle gewassen voor 1 oktober oogstrijp en van het land zijn.

Stikstofkorting
In een Kamerbrief op woensdag 4 september maakt Wiersma een uitstel tot en met 21 oktober bekend. Na deze datum heb je als boer bij snijmaïs zeven dagen de tijd om een grondbewerking uit te voeren en het vanggewas in te zaaien. Voor de overige teelten verschuiven de periodes naar 22 oktober tot en met 3 november, 4 november tot en met 19 november en 20 november. In deze periodes blijft de stikstofkorting van vijf, tien of vijftien kilo per hectare gehandhaafd. Is na 20 november geen vanggewas gezaaid op zand- en lössgrond, dan volgt de maximale korting van twintig kilo stikstof in 2025.

Vorig jaar besloot oud-minister Adema uiteindelijk om hier niet op te controleren vanwege het extreem natte najaar. Vooral voor consumptieaardappelen is dit een behoorlijk knelpunt. Ook de Tweede Kamer liet zich meermaals negatief uit over deze vorm van 'kalenderlandbouw'.

Onvoldoende uitstel
Dit voorjaar zijn veel aardappelen, vooral in Zuid-Nederland, extreem laat gepoot in mei, juni of zelfs nog begin juli. Uit de proefrooigegevens is te zien dat deze percelen eind augustus nauwelijks een opbrengst van betekenis hadden. Het is sterk de vraag of een deadline van 21 oktober voor deze percelen wel haalbaar is. In een normaal seizoen verloopt de fritesaardappeloogst al tot begin november. De kans dat het dit jaar later wordt is zeer groot. Daarmee worden aardappeltelers, of de eigenaren van huurgrond, opgezadeld met een stikstofkorting.