Agrifoto

Nieuws Areaalcijfers

Zeeuw omarmt aardappel en Groninger de ui

24 Juli 2024 - Niels van der Boom

Begin juli zijn de areaalcijfers gepresenteerd. Die bleken vooral voorspelbaar te zijn. Minder wintergraan, iets meer aardappelen en vooral flink meer uien. Regionaal zijn de verschuivingen zoals je mag verwachten. Groningen ontwikkelt zich tot het uienparadijs en voor consumptieaardappelen moet je in Brabant zijn. Opvallend is de sterke toename van snijmaïs dit seizoen.

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past
Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Ieder jaar publiceert Boer&Bunder.nl de areaalcijfers op provincie en gemeentelijk niveau, op basis van de BRP-grenzen. Dit zijn de percelen zoals ingetekend door agrarisch ondernemers en ingediend voor het GLB. Normaal geeft dit een zeer betrouwbare basis. Dit jaar zijn daar twijfels over, omdat percelen soms gedeeltelijk of helemaal niet zijn gezaaid of gepoot met het gewas dat dit voorjaar gepland stond. Al gaat het op landelijk niveau om kleine afwijkingen aangezien het hier om excessen gaat.

Groningen het uienparadijs
De verschuiving van minder zaaiuien in de 'traditionele' teeltgebieden en meer in de 'nieuwe' gebieden zet ook in 2024 door. Procentueel gezien neemt Drenthe de grootste areaalstijging voor zijn rekening. In absolute getallen is Groningen de grootste stijger. Daar is het areaal toegenomen met ruim 1.000 hectare. Goed voor een kwart meer uien: van 3.866 naar 4.887 hectare. In Drenthe is dat 889 hectare en groeit het areaal tot 3.531 hectare.

Ook Noord-Brabant mag niet worden vergeten wanneer we praten over zaaiuien. Met name Midden- en Oost-Brabant zijn sterk opkomende teeltgebieden. Dit jaar komt de provincie uit op 4.219 hectare. Een toename van 589 hectare ofwel 16%. Na Flevoland en Groningen komt de provincie op plek drie, gevolgd door Drenthe.

Fors meer plantuien in Zeeland
Zeeland hangt nog net aan de top vijf, met een areaal van 2.622 hectare. Een krimp van 454 hectare (-14,75%). Wel groeit de provincie opnieuw in plantuien. Er is zelfs een kwart meer geplant, wat misschien komt omdat niet overal uien gezaaid konden worden. Met een oppervlakte van 3.127 hectare heeft Zeeland verreweg de meeste plantuien. Noord-Brabant volgt met 1.903 hectare. Daar plust de teelt 236 hectare. Zuid-Holland, de nummer drie, stijgt heel lichtjes.

Met dik 19.000 hectare consumptieaardappelen is Noord-Brabant absoluut de grootste producent in ons land voor dit gewas. De teelt is dit jaar toegenomen met 276 hectare. Goed voor 1,5% uitbreiding. In Zeeland – de nummer twee – is dat met 772 hectare relatief veel te noemen. Daar komt het areaal uit op 15.620 hectare en dat is het grootste areaal sinds 2011. Waar bij de uienteelt steeds maar weer wordt afgeschaald, door tegenvallende oogsten en hoge risico's, is dat bij consumptieaardappelen klaarblijkelijk niet het geval, ondanks dat die ook niet altijd meevalt in de kustprovincie.

Minder zetmeelaardappelen
Groningen laat met 678 hectare extra consumptieaardappelen een soortgelijke toename zien. Op zich niet schokkend, maar het laat wel zien dat boeren hier voor hoger renderende gewassen kiezen. Het pootgoedareaal krimpt daar met 360 hectare. Elders blijft dat stabiel tot licht krimpend. In Drenthe, Overijssel en Gelderland is groei van het consumptieareaal niet zichtbaar. De teelt groeit daar tussen de 90 en 120 hectare. Het idee dat meer grond beschikbaar komt bij veehouders, en vol gezet wordt met aardappelen, is dus niet hard te maken. Voor zaaiuien kan dit eerder gezegd worden. Toch is de kans groter dat de ruimte voor consumptieaardappelen en zaaiuien eerder bij het areaal zetmeelaardappelen vandaan komt. In Drenthe krimpt de teelt dit jaar met bijna 7%, tot 19.690 hectare. Dat is een afname van 1.300 hectare. In Groningen bedraagt deze daling 853 hectare, ofwel 6%.

Dat de melkveehouderij inkrimpt is zichtbaar in Noord-Brabant. Daar daalt het areaal grasland met 1.667 hectare tot 95.472 hectare. In Oost-Nederland krimpt de oppervlakte grasland met enkele honderden hectares per provincie.

Meer snijmaïs
Opvallend is een scherpe toename in de teelt van snijmaïs. In totaal is dit jaar 209.000 hectare snij- en korrelmaïs ingepland. Vorig jaar was dat 196.965 hectare. Dat is 6,11% meer. Goed voor 12.000 hectare.

De oorzaak daarvoor moet bij verschillende factoren worden gezocht. Allereerst het feit dat voorjaar 2024 extreem laat was, waardoor maïs soms de enige optie was. Anderzijds zijn de graanprijzen genormaliseerd en kiezen boeren misschien wat vaker voor maïs. Bovendien was het door de natte herfst en voorjaar niet altijd mogelijk om graan te zaaien. In Brabant hebben boeren 2.400 hectare extra maïs gezaaid. Niet zo gek, aangezien dit gewas vaak als 'bouwplanvulling' wordt ingezet. In Gelderland is ruim 1.900 hectare extra maïs gezaaid en in Drenthe 1.050 hectare.

Tarweareaal keldert
Het CBS becijferde al dat het areaal wintertarwe fors is afgenomen. Vooral in Zeeland en Groningen hebben akkerbouwers minder gezaaid door de natte herfst. Het gaat om 27,5% en 36,5% minder areaal. Nergens anders is die daling in absolute cijfers zo groot. Procentueel gezien dalen Drenthe (75%), Noord-Brabant (50%), Friesland (45%) en Limburg (39%) nog harder, maar de oppervlakte is er iets kleiner. Toch gaat het om duizenden hectares minder wintertarwe per provincie.

Zomertarwe en gerst hebben deze dalingen wel enigszins gecompenseerd, maar bij lange na niet volledig. Vooral in Groningen is zomertarwe gezaaid. Het gaat om 186% meer, tot 3.000 hectare. Het areaal zomergerst is daar 50% toegenomen. Goed voor bijna 3.000 hectare.

Ziektedruk - Bruine roest
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden