Het komt niet vaak voor dat de verschillen zo groot zijn in een klein landje. Met name in het zuiden van Nederland lopen de zaai- en pootwerkzaamheden flink achter. Ook in het oosten en noordoosten zijn de omstandigheden nog altijd niet goed te noemen. Toch zijn er plekken waar het zaai- en pootwerk al in de afrondende fase zit.
Nog altijd is de grond niet overal bekwaam. Met name in het zuiden van het land (Brabant en delen van Limburg) blijft de grond erg nat. Ook in de Achterhoek en Drenthe zijn plekken waar nog water op het land staat. In Zeeland hebben akkerbouwers lange tijd op de handen moeten zitten maar is eind vorige week het voorjaarswerk weer opgepakt.
Nieuwe ronde nieuwe kansen voor een oogst aan #aardappelen #akker #oogst2024 #eetmeeraardappelen pic.twitter.com/ypf314yYD3
— Maarten Janse (@HeerlijkheidvW) May 13, 2024
Pootvoortgang
Het maken van een accurate schatting hoeveel aardappelen al in de grond zitten, is bijzonder lastig. Vast staat dat de pootvoortgang in Flevoland het verst is gevorderd. Medio maart gingen de eerste pootmachines rijden en begin mei is ook het pootgoed vlot op gang gekomen. In zuidelijk Flevoland verloopt het poten van consumptieaardappelen iets trager, maar gemiddeld genomen staan boeren er hier goed voor. Dat geldt overigens ook voor de uien en suikerbieten. Inmiddels draaien de regenhaspels zelfs alweer. Lastig voorstellen voor iemand in Brabant of Drenthe die nog water staat af te laten.
In de categorie gekker moet het niet worden..... pic.twitter.com/hHS8PxIpSL
— William brooymans (@WBrooymans) May 11, 2024
Een schatting van (krap) 50% voor consumptieaardappelen benadert waarschijnlijk behoorlijk de waarheid. Voor half mei is dat zeker niet vroeg, al zijn we voor 2023 soms verwend geweest met een vroege start. In de eerder aangegeven gebieden moet nog het meeste werk gebeuren. Percelen die al wel in de grond zaten hebben soms last van waterschade. Een combinatie van vocht en temperatuur – ook 's nachts – zorgt wel voor een vlugge gewasontwikkeling.
België loopt achter
In België loopt het poten traditioneel wat verder achter op Nederland. Fiwap, de Waalse aardappelorganisatie, communiceerde twee weken terug dat slechts 30% van de vroege rassen in de grond zat. Inmiddels is in Wallonië toch behoorlijk wat werk verzet. In West-Vlaanderen moeten eerst alle oude aardappelen nog uit de grond en dat is terug te zien in de voortgang van het pootwerk. Dat beeld zie je ook langs de Noord-Franse kust. Verder naar het binnenland is er fors meer werk verzet. Zeker de helft of meer zit in de grond. In Duitsland loopt het poten eveneens op volle toeren. Dit land had al een voorsprong.
Dan de uien. In de afgelopen week is op de meeste plekken toch nog een moment geweest om te zaaien. Er zijn gevallen bekend waarbij het zaaizaad in het pak blijft zitten, maar op grote schaal gebeurt dat niet. Zelfs vandaag (maandag 13 mei) wordt er nog gezaaid. Daarmee wordt opnieuw de grens opgezocht van wat kan. In tegenstelling tot vorig seizoen hebben we nu geen schraal en koud voorjaarsweer, wat de beginontwikkeling hopelijk ten goede komt. De pas gezaaide uien ontwikkelen zich enorm snel, zo geven telers aan. Op percelen waar een flinke bui water viel, is korstvorming toch een probleem. Die wordt met kunstgrepen aangepakt waar dat kan.
Vijfde bieten nog te zaaien
Medio vorige week moest in Nederland nog ruim een vijfde van alle suikerbieten worden gezaaid, zo rapporteerde Cosun Beet Company. Vooral telers in Oost-Brabant en Noord- en Midden-Limburg moesten nog zaaien. De helft van het areaal zat begin mei in de grond. Ook in Zeeland zat nog een behoorlijke hoeveelheid in het pak. Slechts 20% van de bieten op Walcheren was gezaaid. Inmiddels is in de laatste vier tot vijf dagen wel behoorlijk wat zaaiwerk verricht. Daarmee is het zaaien toch weer een week later dan in 2023, wat op zichzelf al een bijzonder laat jaar was.
Na veel geduld hebben en ondanks de nog te natte ondergrond toch de bieten maar zaaien # in het pak groeien ze ook niet pic.twitter.com/w9WaTIxz0h
— patrick cevaal (@patrickcevaal) May 12, 2024
In de tweede helft van deze week gaat de rem weer even op het werk, als we de weerkaarten mogen geloven. Waar en hoeveel neerslag gaat vallen, daar zijn de modellen het nog niet over eens. Daarbij blijft het warmer dan gemiddeld. Opnieuw is het Zuid-Nederland, België en Noord-Frankrijk die meer neerslag te verwerken krijgen. Zo'n 30 millimeter of meer kan in totaal vallen. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar omdat de bodem nog flink verzadigd is kunnen boeren dat nu echt niet erbij gebruiken.
In de loop van volgende week keert een droger en stabieler weertype weer terug, zo tonen de weerkaarten op dit moment. Daarbij blijft de temperatuur in de benen. Het meeste zaai- en pootwerk kan daarmee naar verwachting in mei worden afgerond, maar van een vroeg voorjaar is zeker geen sprake meer.