Biologische landbouw zou minder negatieve effecten op het milieu hebben dan de conventionele landbouwpraktijk onder meer door minder gebruik van schadelijke gewasbeschermingsmiddelen (GBM’s). Voor de effecten wordt vooral gekeken op perceel niveau. Over welk effect biologische percelen hebben op het gebruik van GBM op naburige gangbare percelen en daarmee op het totale middelen gebruik is minder bekend. De Universiteit van California, Sante Barbara (UCSB) heeft daar onderzoek naar gedaan dat vorige maand in het wetenschapstijdschrift Science is gepubliceerd.
Opbrengsten gelijk houden of zelfs verhogen en tegelijkertijd de milieu- en klimaateffecten van de landbouw verkleinen, dat is volgens de onderzoekers van UCSB de uitdaging waar de sector de komende decennia voor staat. Biologische landbouw zou daar door een meer natuurlijke benadering een antwoord op kunnen zijn. Teelt- en managementtechnieken verschillen nogal tussen gangbare en biologische landbouw. Waar in de gangbare landbouw meer op chemie vertrouwd wordt, moet de biologische landbouw het veel meer hebben van natuurlijke vijanden van schadelijke insecten. Grotere populaties schadelijk insecten en/of natuurlijke vijanden op biologische percelen houden zich echter niet aan de perceelsgrenzen. Om de wisselwerking te onderzoeken heeft de UCSB het gebruik van GBM's op perceelniveau bekeken in Kern County in Californië. In het onderzoek is gebruikgemaakt van de data van circa 14.000 percelen over zeven jaar in het gebied.
Biologische percelen groeperen
De conclusie van de onderzoekers is een opmerkelijke. Door biologische landbouw kan het gebruik van GBM's verminderen. Maar als slechts een klein deel van de percelen verspreid over een gebied biologisch is en de rest gangbaar, dan worden er in totaal juist meer GBM's gebruikt. Wanneer het aandeel biologische percelen verspreid over de regio van 0% naar 5% stijgt. neemt het totale gebruik van insecticiden met 109% toe ten opzichte van de basissituatie in het model van de onderzoekers. Bij 20% biologisch zit het gebruik van insecticiden op 83% vergeleken met de basis. Worden de biologische en gangbare percelen bij elkaar gegroepeerd dan ziet het plaatje er anders uit en wordt er nog maar 90% en 64% insecticiden gebruikt bij 5% en 20% biologisch areaal. Om het gebruik van GBM's te verminderen moet er volgens de onderzoekers een soort ruilverkaveling komen om biologische percelen binnen een gebied te concentreren.
Het onderzoek is uitgevoerd in een specifiek gebied. In Kern County worden relatief veel verschillende hoogwaardige gewassen geteeld als amandelen, druiven, sla en peen. In 2018 werd er gewassen ter waarde van $7,4 miljard geteeld. Daarbij werd 13.000 ton aan actieve stof in GBM's gebruikt. GBM's worden door UCSB in vier categorieën ingedeeld: insecticiden, insecticiden/fungiciden, fungiciden en herbiciden. Het gebruik van fungiciden en herbiciden neemt in Kern County niet wezenlijk toe op gangbare percelen die in de nabijheid van biologische percelen liggen. Het gebruik van insecticiden neemt juist wel toe. Dat heeft volgens de onderzoekers mogelijk te maken met de mobiliteit van insecten.
Wat de exacte invloed is van biologische op de gangbare percelen blijft lastig vast te stellen volgens de onderzoeker. "We missen gegevens over de extra druk van plagen of schade en gebruiken daarom de hoeveelheden pesticiden als een onvolmaakte maatstaf. Er zijn natuurlijk veel aspecten die boeren meewegen in beslissingen over het gebruik van GBM's die verder gaan dan het ongedierte zelf. Zaken zoals waarde van een gewas, gevoeligheid voor plagen en risicovoorkeuren van boeren verklaren het grootste deel van de variatie in GBM-gebruik."