Taai, stroef, stug, stroperig allemaal termen die voorbij kwamen om de peenmarkt te duiden deze week. Kopers en verkopers weten gewoon niet bij elkaar te komen. Het resultaat is dat er in de praktijk heel weinig wordt verhandeld.
Nederlandse spoelers hebben moeite Oost-Europese klanten geïnteresseerd te krijgen. Peen is hier relatief duur en qua kwaliteit steekt er in Nederland ook bepaald niet met kop en schouders bovenuit. Problemen met partijen die zich minder goed in de koeling houden dan verwacht zijn geen uitzondering. De combinatie van weinig vraag en wel wat dwingend aanbod maakt de stemming op de markt er niet beter op.
Waarheid ligt in het midden
Telers houden zich vast aan kansen die later in het voorjaar misschien nog gaan komen. Spoelers zijn echter ook voorzichtig met het vastleggen van peen voor april en verder. Er is al het nodige leergeld betaald met dure peen die toch niet te bewaren bleek. Met relatief hoge prijzen kijken klanten nog eens verder. Vorige jaar viel de vroege peen in Spanje tegen maar dat ziet er dit seizoen heel anders uit. "We hebben niet het alleenrecht", aldus een spoeler.
Het is lastig om een goede weergave van de markt te geven in de DCA-notering deze week. In de eerste plaats is er weinig handel. Daarnaast is er nogal wat spreiding in de kwaliteit. Het is een dun lijntje tussen een notering en wensprijzen, zowel bij telers als spoelers. Duidelijk is wel dat voor directe levering de prijzen onder druk staan voor zover er kopers zijn. De DCA notering staat komt deze week uit op €35 tot €41 per 100 kilo voor zowel de b- als c-peen. Dat is een compromis. Verkopers vinden de bovenkant van de notering nog te laag, terwijl kopers op de onderkant amper toe happen. Dat verklaart ook meteen waarom er zo weinig handel is.