De natte start van het huidige groeiseizoen krijgt in de herfstmaanden een vervolg in dezelfde stijl. Na een uiterst natte oktober begint november ook op deze voet. Dat knelt bij de oogst van aardappelen, die nog lang niet overal achter de planken zitten. De peen- en witlofoogst moet nog praktisch helemaal gebeuren. Het werkplezier is er voor de meeste akkerbouwers wel even af en de stemming wordt er niet positiever op.
Oktober was met circa 220 millimeter in De Bilt de natste maand sinds de start van de metingen in 1906. Daarmee is het record uit 1932 verbroken, toen 193 millimeter viel. Gemiddeld viel over het hele land 150 millimeter, tegen 75 millimeter normaal. In de meeste akkerbouwstreken viel een geruime hoeveelheid neerslag, met uitzondering van Zuid-Limburg. Ook de eerste helft van november is doorbijten. Nagenoeg iedere dag staat neerslag op de weersverwachting.
Vergelijking met 1998 gaat mank
Niet gek dus dat de vergelijking met herfst 1998 regelmatig voorbij komt. Toch gaat die parallel niet op. In 1998 ontstonden al half september wolkbreuken waarbij waarnemers van het KNMI neerslaghoeveelheden tussen 50 en 100 millimeter in 24 uur meldden. Dirksland (Zuid-Holland) spande de kroon met 134 millimeter in één etmaal op 14 september. De oogst was toen nog amper begonnen. Op de nodige plekken stonden gewassen met de voeten in het water. Droog is het die herfst van 1998 praktisch niet meer geweest. Tot overmaat van ramp begon het op 19 november te vriezen en vervloog het laatste restje hoop om het resterend deel van de oogst te redden.
Als we naar dit seizoen kijken is het pas half oktober echt nat geworden. Ook de grote stortbuien hebben we niet op grote schaal gehad. Wel waren er rond de start van de aardappel- en uienoogst in Brabant en Limburg percelen met waterschade als gevolg van de vele regen in augustus.
Wat moet er nog gerooid worden?
Een belangrijk deel van de aardappelen was gelukkig al binnen voor het echt nat begon te worden. Schattingen over wat er nu nog in de grond zit lopen uiteen. PCA schreef in de laatste schatting (van 30 oktober) dat in Vlaanderen nog circa 36% van de aardappelen gerooid moet worden. In Wallonië en Frankrijk is de oogst verder gevorderd volgens insiders, maar die durven daar geen percentage aan te hangen. In Nederland lopen de schattingen nogal uiteen. Ze wisselen sterk per regio. De één schat dat er landelijk gezien nog een kleine 30% in de grond zit, terwijl de volgende denkt dat het met 20% helemaal op is. Ook Aviko Potato gaat uit van dat laatste in zijn laatste raming van 27 oktober. Duitsland is van de EU-4 het verst gevorderd met de oogst volgens insiders.
Of alles gerooid kan worden, is voer voor discussie. Het late, natte en koele voorjaar heeft de hele teelt opgeschoven. Er zijn telers die een gokje hebben gewaagd en de aardappelen zo lang mogelijk groen hielden om voor de laatste kilo's te gaan. Een andere groep heeft niet de kans gehad om eerder te rooien, bijvoorbeeld vanwege de raskeuze of een te laag onderwatergewicht. Zeker op de zwaardere grond kwamen de aardappelen maar moeilijk aan de gang.
Op de zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland zijn telers gewend een deel later te rooien. Normaal wordt geprobeerd de hogere percelen voor het laatst te houden, omdat die sneller begaanbaar zijn. Door de regen van de laatste weken zijn volgens sommigen veel lage percelen blijven staan. Het wordt nog een hele strijd die boven te krijgen. Er wordt dagelijks getracht te rooien, met extra inzet van bunkerrooiers op rupsen, maar de capaciteit is eruit en het werk gaat bijzonder moeizaam.
Ook pootgoed niet afgerond
Opvallend is dat er nog het nodige pootgoed in de grond zit. Vooral in de Noordoostpolder is dat het geval, maar ook in de Wieringermeer moet nog het nodige gerooid worden. De moederknollen waren eerder deze herfst niet verdwenen, waardoor gewacht werd. In de pootgoedgebieden langs de Waddenkust is het overgrote deel wel geoogst, op een enkel stukje na.
Kwaliteit
Het is lastig om de vinger erachter te krijgen hoe het met de kwaliteit staat van de aardappelen die er nu uitgewurmd worden. Als er water tussen de ruggen staat, kan het bijna niet anders dan dat er waterrot onder in het bed zit. Als dat in augustus gebeurt, is het devies wachten met rooien tot ze eruit gerot zijn. Begin november is dat geen optie meer. Als het tegenzit komen er niet veel kansen meer om te rooien. De lagere temperaturen remmen het wegteren van de besmette aardappelen. Ook het droog krijgen van deze partijen is een uitdaging voor teler. Zeker wanneer er in de partij met phytophthora besmette knollen zitten, wat in Flevoland en het zuidwesten voorkomt.
Niet alleen de aardappeloogst loopt moeizaam. In gewassen als bewaarpeen en witlof is nog maar weinig geoogst. De kop is eraf, maar veel meer ook niet. En ook bij deze gewassen zijn zorgen over de kwaliteit, zeker op plekken waar water staat of komt te staan. De oogst van suikerbieten lukte tot nu toe nog aardig. Voor het rooien van bieten begint het nu toch ook wel erg nat te worden, al geeft Cosun Beet Company aan nog geen problemen te zien bij de levering. Een bietenrooier kan eerder het land in dan een aardappelrooier, maar een paar droge dagen om het water door te laten zakken zijn geen overbodige luxe.
Volgende teelt vertraagt
Het zaaien van wintergraan of een vanggewas na de oogst is de volgende uitdaging. Telers die op tijd aardappelen of bieten gerooid hebben konden over het algemeen onder heel behoorlijke omstandigheden de wintertarwe en gerst in de grond krijgen. Of het goed komt, is een tweede. Natte plekken waar water op staat zijn geen uitzondering. Als er laat geoogst is of nog geoogst moet worden, wordt het zaaien van tarwe of een vanggewas lastig. Veel percelen blijven onder de huidige omstandigheden niet achter als een biljartlaken, om het voorzichtig te zeggen. Nu kan er tot half januari wintertarwe gezaaid worden en met spitzaaien is er als snel wat mogelijk. Dan zijn er natuurlijk wel droge dagen nodig.