De peenmarkt toont twee gezichten. Als je puur kijkt naar de vraag naar gespoelde peen, dan kan je de indruk krijgen dat het niet overhoudt. De echte Oostblokspoelers hebben moeite om voldoende werk binnen te slepen. Heel veel vrije peen is er echter niet meer en dat sterkt het vertrouwen onder telers om vast te houden aan stevige prijzen of daar zelfs nog een schepje bovenop te doen.
De peenmarkt heeft in deze periode wel wat weg van de uienmarkt. Speculanten maken samen met de telers de prijs en spoelers kunnen aanhaken of niet. Zo lang de markt omhoog blijft gaan is dat geen probleem, maar als de markt een correctie zou maken is het gelijk Leiden in last. Verschillende exportspoelers spelen echter kort op de bal en houden een beperkte werkvoorraad aan. Die spoelers moeten nu relatief dure peen bijkopen, wat tegelijk de markt in de benen houdt. En als de marktprijs door stijgt, is die laat gekocht peen volgende week of over twee weken ineens niet meer zo'n gekke deal.
Grens
Verschillende spoelers merken wel dat prijzen voor de gespoelde peen zo langzaamaan tegen te bovengrens gaan aanlopen. Aanbod van nieuwe peen is zeker nog niet groot, maar met name de Oost-Europese kopers schermen graag met prijzen van bijvoorbeeld nieuwe peen uit Zuid-Italië die al angstvallig dicht bij de Nederlandse prijzen liggen.
Zowel de DCA-notering voor B- als C-peen heeft met €9 een flinke stap omhoog gezet. B- en C-peen noteren nu beide €60 tot €70 per 100 kilo. De prijs voor het veldgewas komt daarmee wel heel erg dichtbij of is gewoon gelijk aan de baalprijs. Op termijn wordt er voor de grove peen wel wat meer betaald dan voor de fijne peen. B-peen van de nieuwe oogst is nu eenmaal eerder op de markt dan C-peen.