Wortelen en uien – de twee grootste groentegewassen in Duitsland – leveren allebei flink in. Zowel qua areaal als productie. De groenteteelt in zijn totaliteit heeft flink in moeten leveren in 2022.
Ruim 6.000 Duitse boeren hebben in 2022 3,8 miljoen ton groenten geproduceerd, zo becijfert statistiekdienst Destatis. Dat is 12% minder dan in 2021 en 2% minder dan het zesjarig gemiddelde. Dat komt deels door de droge zomer, maar ook door een areaalreductie van 4%.
Minder hectares peen, meer uien
Wortelen zijn met 13.600 hectare het grootste groentegewas bij onze oosterburen. De opbrengst bedroeg 780.500 ton en dat is een vijfde minder dan in 2021 werd gerooid. Het areaal daalde met 9%. Met 578.200 ton staan uien op plek twee. Deze opbrengst ligt 13% lager dan in 2021 het geval was. Het areaal bedroeg 15.100 hectare en dat is 4% meer ten opzichte van het jaar ervoor.
Vier deelstaten zijn goed voor twee derde van de Duitse groenteproductie. Noordrijn-Westfalen staat op de eerste plek gevolgd door Nedersaksen, Rijnland-Palts en Beieren. Duitsland heeft het op vier na grootste uienareaal in de EU. Na Nederland volgen Spanje, Polen en Frankrijk.
Minder hectares biologisch
Het aandeel biologisch geteelde groenten bedroeg in 2022 431.000 ton. Dat is 11% van het totaal, goed voor bijna 18.000 hectare groenteteelt. Voor het eerst sinds dat Destatis cijfers begon bij te houden (in 2012) kromp het areaal afgelopen jaar, met 4%. De productie ligt 10% lager. Op de totale productie blijft het aandeel biologisch wel op een gelijk niveau.