Sinds 2006 zijn aantastingen door het bietencysteaaltje (BCA) drastisch teruggedrongen, zowel in het aantal percelen als in de besmettingsgraad. Deze afname is toe te schrijven aan de geïntegreerde aanpak. Het betekent zeker niet dat we nu achterover kunnen leunen in de hoop dat het bietencysteaaltje voorgoed verdwenen is.
De laatste decennia is een nieuwe aanpak geïntegreerd in het bouwplan m.b.t. het bietencysteaaltje. In de hoofdteelten omvat dit de vruchtwisseling en keuzes voor de juiste aaltjesresistente bietenrassen. In de volgteelten bestrijd je BCA met resistente groenbemesters, te weten: bladrammenas, gele mosterd en speciaal samengestelde mengsels.
Blijf alert op bietencysteaaltjes
Hoewel de situatie er rooskleurig uitziet, is het niet zo dat we een toekomst zonder BCA-aaltjes tegemoet gaan. Het is niet uit te sluiten dat de resistentie van bietenrassen wordt doorbroken. Vermeerdering gaat gewoon door op onkruiden, zoals melganzevoet. En let wel: de toename van aaltjes is exponentieel. Het is dus belangrijk om dit in het oog te houden, want anders kan de populatie BCA-aaltjes explosief vermeerderen.
BCA-resistente groenbemesters
Het unieke aan resistente groenbemesters is dat de aaltjes uit hun cysten worden gelokt. Vervolgens verhongeren ze, omdat ze zich niet kunnen voeden aan de groenbemester. Zo krijgen ze geen kans meer om op het perceel aanwezig te zijn als er een waardgewas staat. De effectiviteit van de groenbemesters ligt tussen 70-90% populatievermindering voor BCA 2 en 90-100% voor BCA1 populatievermindering. Doublet Plus bladrammenas en Fox gele mosterd hebben deze BCA 1 resistentie.
Bietencysteaaltjes richten de meeste schade aan in droge jaren. De opnamecapaciteit van water is voor bieten met aangetaste wortels dan sterk verminderd. In Zuidwest Nederland worden van oudsher veel bieten geteeld. Binnen deze regio waren dan ook de meeste besmettingen te zien en de hoogste percentages.