Met een tarweprijs die solide rond het €400 niveau beweegt – en daarmee ook andere granen meetrekt – wordt het gewas interessanter dan het de laatste 25 jaar is geweest. Dat geldt ook voor grondeigenaren die voorheen verhuurden. Betekent dit dat huurgrond schaars wordt in Europa? In deze analyse zetten we de trends uiteen per regio in Nederland en daarbuiten.
Dit seizoen is er volgens insiders geen grote verschuiving merkbaar in de beschikbaarheid van huurgrond. Dat geldt zowel voor Nederland als de omringende landen. Wel is al over meerdere jaren een trend zichtbaar dat melkveehouders minder land verhuren. Ze hebben grond nodig om hun drijfmest op kwijt te kunnen en verbouwen zelf meer veevoer. Toch is ook op dat vlak (nog) geen grote verschuiving merkbaar.
Verhuurder gaat rekenen
Akkerbouwers met een extensief bouwplan, die gewend zijn een deel aan collega-telers te verhuren, gaan volgend seizoen mogelijk een andere weg inslaan. Vooral in het zuidwesten, zo is het idee. De Zeeuwse akkerbouwer Jan Moggré acht dat aannemelijk. Hij is tevens bedrijfsadviseur bij Agro Adviseurs Zuidwest. "Naast een hogere tarweprijs speelt in Zeeland mee dat graan minder water vraagt dan aardappelen of uien. Hier wordt een steeds grotere uitdaging." Moggré denkt niet alleen dat verhuurders zelf meer graan gaan verbouwen. "Ook huurders gaan nog eens goed rekenen. Er ligt veel risico bij hen. Vanwege de bedrijfsomvang wordt veel product meestal vooraf op contract vastgelegd. Valt de oogst tegen, dan vang je zelf de klappen op."
De grootste pijn zit misschien niet bij consumptieaardappelen, denkt Countus-adviseur Erik Arts. In zijn werkgebied Flevoland ziet hij vooral pootgoedtelers met zorgen. "De verwachtingen voor komend seizoen zijn niet positief. Het idee is dat Afrika zijn financiële reserves eerst nodig heeft om granen te kopen en dan misschien uien en aardappelen. Pas daarna komt pootgoed. Het is geen direct voedsel, want het moet eerst nog een jaar groeien. Ze stoppen eigen oogst in de grond om die zelf te vermeerderen. De kosten stijgen ook in de pootgoedteelt fors, waardoor telers mogelijk minder happig zijn om land te huren."
Minder suikerbieten
Een kentering naar meer graan ziet Arts in Flevoland niet één-twee-drie gebeuren. "Bedrijven zijn erg gespecialiseerd. De graanprijzen zijn dan wel gestegen, de marge verandert door de hogere kosten niet zoveel. Ik zie eerder gebeuren dat akkerbouwers een gewas als suikerbieten uit het bouwplan gooien. Tarwe heeft de voorkeur als je naar de bodem kijkt. Minder (poot)aardappelen gebeurt niet snel. Voor uien is dat lastig te zeggen, mede omdat de marktverwachtingen nog onzeker zijn. Veel hangt af van de positie die Afrika inneemt."
Net als Moggré verwacht Arts in Zuidwest-Nederland een ander beeld te zien. "Akkerbouwbedrijven daar hebben een breder bouwplan waardoor ze eerder switchen. Een bedrijf dat de laatste tien jaar enorm heeft geïnvesteerd in de (poot)aardappelteelt verandert niet snel zijn bedrijfsvoering. Daar gaan meerdere jaren overheen." Beide adviseurs benadrukken dat het kennen van je kostprijs cruciaal is. Zeker bij de huidige kosten voor kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, brandstof, arbeid, mechanisatie en meer. Dit seizoen kunnen sommige bedrijven nog putten uit de relatief goedkope kunstmest die vorige zomer is aangekocht. Dat de prijzen over drie maanden op een heel ander niveau liggen, wanneer de voorverkoop start, staat nu al als een paal boven water.
Grote financiële verschillen
Tegelijk geldt: Akkerbouwers die dit seizoen lang hebben gewacht met inkopen moesten dat voor de hoofdprijs doen. Dat extrapoleert de onderlinge verschillen. "Die verschillen in kostprijs zijn er altijd wel geweest", weet Moggré. "Ik begeleid al dertig jaar studieclubs en zie altijd financiële verschillen van 100% of meer. Dat wijt ik aan drie factoren: Ondernemerschap, je grond & klimaat en je herkomst. Akkerbouwers wijten zelf het meest aan ondernemerschap, al heb je de omstandigheden niet altijd in de hand. Geluk speelt zeker een rol, maar het verschil maak je zelf." Moggré vergelijkt vooral cijfers van grotere bedrijven omdat zij in de regel vaker deelnemen aan een studieclub. "Grotere ondernemers presteren financieel meestal beter, maar er zijn uitzonderingen. Een kleinere ondernemer die het low budget doet of op een heel andere manier."
Terug naar de hamvraag: Wat gebeurt er met de beschikbaarheid van huurgrond volgend seizoen? De inschatting voor het zuidwesten is dat op zwaardere gronden eigenaren zelf meer graan zaaien. Ook dit seizoen is de start lastig geweest. Huurders haken af of verhuurders nemen de regie weer in handen. Dat is ook in België en Frankrijk zichtbaar waar eveneens veel verhuurd wordt voor de aardappelteelt. Het huidig prijsniveau beweegt bedrijven om het zelf te betelen, of om dat voor hun te laten doen. In de zandregio's van Zuid- en Zuidoost-Nederland wordt eveneens meer graan gezaaid. Die trend is dit seizoen al sterk merkbaar. Ook maïs is populair. In het noordoosten is die trend minder zichtbaar en wordt ook nog plek gegeven aan suikerbieten. Flevoland en het noordelijk kleigebied blijven focussen op hoog renderende teelten.
Kosten huurgrond stijgen
Minder huurgrond kan een prijsopdrijvend effect creëren wanneer schaarste ontstaat. Daarover uitspraken doen is erg lastig. Beide adviseurs durven en kunnen dat ook niet. "Iedere teler betaalt een andere prijs waardoor we hiervoor geen gemiddelden hanteren", zeggen beide. Dat de prijzen stijgen, daar is iedereen het wel over eens. Pachtprijzen nemen eveneens toe en door hogere kosten moet de huurprijs mee omhoog. Koppel dat aan fors hogere inputs en een onzekere markt. Het zet ondernemers aan het denken. Zover is het nog niet. Telers zitten volop in het huidig seizoen met al zijn perikelen. Vanaf de (na)zomer worden de eerste teeltplannen en afspraken weer gemaakt. Dan wordt duidelijk of we echt van een verschuiving kunnen spreken.