Wirtschaflichen Vereinigung Zucker (WVZ), de brancheorganisatie van Duitse suikerbedrijven, heeft de EU opgeroepen om de gekoppelde steun voor de teelt van suikerbieten te schrappen in het nieuwe GLB. Het zorgt voor oneerlijke concurrentie en is daarmee illegaal, zo oordeelt de organisatie.
Tijdens een bijeenkomst in Berlijn afgelopen week stelde Hans-Jörg Gebhard, voorzitter van de WVZ, dat de gekoppelde steun voor oneerlijke concurrentie in de Europese bietenteelt zorgt. Daarmee zit het de hervorming van de industrie in de weg, die in 2017 startte met het verdwijnen van het bietenquotum. Sinds 2015 kunnen EU-lidstaten telers belonen door een uitkering te betalen voor iedere hectare suikerbieten die ze verbouwen.
Steun ook in nieuwe GLB
Deze directe gekoppelde steun zit ook in het nieuwe GLB dat per 2023 van kracht wordt. WVZ roept Eurocommissaris Janusz Wojciechowski van Landbouw en Margrethe Vestager, Eurocommissaris voor Mededinging, op om dit te veranderen. Staatssteun is alleen toegestaan wanneer sprake is van een extreme situatie.
Vooral in Centraal- en Oost-Europa, maar ook Spanje en Italië, keren jaarlijks een vast bedrag uit aan telers. Roemenië spant de kroon met €673 per hectare bieten gevolgd door Griekenland met €575. De westerse landen met een grote suikerindustrie – zoals Duitsland, Frankrijk en Nederland – is dat een doorn in het oog. Ook van het Nederlandse Cosun is bekend dat het graag deze oneerlijke concurrentie ziet verdwijnen. Cosun staat daardoor waarschijnlijk wel achter het statement van de WVZ.
In totaal keren elf van de negentien bietentelende lidstaten een steunbedrag uit. In totaal gaat het om €1,3 miljard. Zij zijn samen goed voor 35% van het suikerbietenareaal in de EU.
Platteland leefbaar houden
Als reden voor het steunen van de bietenteelt beroepen lidstaten zich op het in stand houden van het platteland. De bietenteelt zorgt voor banen en dus leefbaarheid. Een land als Roemenië of Griekenland kan niet meekomen met de opbrengsten die in West-Europa worden gehaald. Ook zijn de fabrieken minder efficiënt. Het credo dat alleen de sterksten overleven wordt hiermee gecounterd omwille van het landsbelang.
Dat is juist wat de hervorming van de suikerindustrie teweeg wil brengen. Survival of the fittest waarbij alleen op de meest efficiënte plekken en meest efficiënte fabrieken suiker wordt geraffineerd. Met deze 'illegale subsidies' wordt dit doel gedwarsboomd, aldus voorzitter Gebhard.
Ongelijkheid door neonics
Een ander onderwerp dat ongelijkheid zaait in de sector is het verbod op de zaadcoating met neonicotinoïden. Twaalf lidstaten kennen een ontheffing van het gebruik hiervan. Onder andere Nederland niet, wat afhankelijk van het jaar voor grote problemen kan zorgen. Duits onderzoek van het Thünen Instituut wijst uit dat dit neerkomt op een minderopbrengst van €500.
Daarom dat het WVZ pleit voor toelating van de neonics – om bietengewassen te beschermen tegen het vergelingsvirus overgedragen door bladluizen – zodat alle telers een gelijk speelveld hebben. Pas wanneer er een alternatief voor het middel aanwezig is mag het worden verboden, zo oordeelt WVZ.