De piek in de graanprijzen is deze week bereikt, voorlopig althans. De markt is nog steeds erg van slag door de oorlog in Oekraïne in de gevolgen die dat heeft voor de mondiale graan- en voedselvoorziening. Heeft dat ook gevolgen voor de keuzes die Nederlandse akkerbouwers voor dit seizoen maken?
De tarwenoteringen op de Matif zaten weer in de plus. De verschillen tussen de hoogste en de laagste notering op één handelsdag normaliseren en de koersschommelingen vlakken af. Het meicontract is 1,3% hoger gesloten, op €373 per ton. De handel in het maartcontract is 10 maart afgesloten en dus maakte de slotkoers van de Matif nog een sprongetje omlaag. Handelaren en speculanten hadden hun posities op maart al afgebouwd, waardoor nog maar een beperkt aantal contracten open stond. Dat maakt dat de termijnmarkt de laatste dagen misschien wel extra heftig reageerde.
De contracten voor de nieuwe oogst zijn tussen de 3% en 4% hoger gesloten en staan nu allemaal ruim boven de €300 per ton. Het septembercontract staat momenteel op €326,75 per ton. Dat loopt af naar €306,75 per ton voor mei 2023.
Koolzaad stijgt door
Ook de maïsnoteringen zaten in de lift op de Matif. Het junicontract staat op €349 per ton. Dat is 1,4% hoger dan donderdag. Het novembercontract is 1,1% hoger gesloten op €269 per ton. Koolzaad bereikte een nieuwe mijlpaal op de Matif. Voor het eerst is de grens van €900 per ton gepasseerd. Het aprilcontract is gesloten op €904,50 per ton, oftewel 2,4% hoger dan donderdag 10 maart.
Vergelijken we het verloop van de tarwenotering op de Matif met de CBoT, dan valt op dat de Amerikaanse notering sinds de start van de oorlog tot en met maandag 7 maart met ongeveer 70% is gestegen. Op de Matif bleef het in dezelfde periode bij 45%. Het is daarom in zekere zin ook logisch dat de CBoT de afgelopen dagen veel sneller is gezakt dan de Matif: er was te veel lucht in de markt gepompt. Vandaag lijkt de meeste lucht wel uit de markt gelopen op de CBoT en tijdens het schrijven van dit artikel zitten bijna alle tarwecontracten weer in de lift. Alleen het maartcontract staat 2,9% in de min.
Het voor de Nederlandse akkerbouw belangrijke gewas: aardappelen, doet niet mee aan de rally op de markt. Het aprilcontract op de termijnmarkt sloot vrijdag 11 maart op €18,50 per 100 kilo. Dat is €0,10 onder de slotkoers van vorige week. Het april 2023-contract boekte wel een kleine winst en gaat op €20 per ton de week uit.
Ook de uienmarkt is ietwat in een mineur stemming. Hoge kosten voor transport en verwerking en een baalprijs die niet wil stijgen, maakt sorteerders aan de voorzichtige kant. Aan de andere kant willen telers niet heel veel zakken in prijs. De huidige prijzen liggen voor veel telers zo een beetje rond de kostprijs.
Schuiven in het bouwplan
De bouwplannen op veel akkerbouwbedrijven zijn in principe al enige tijd met potlood ingevuld. Maar de aardappelen en uien zitten nog niet in de grond en het is niet te laat om zomertarwe, zomergerst of maïs te zaaien, gewassen met relatief weinig risico en de afgelopen jaren ook een laag rendement. Dat is nu veranderd. Tarwe van de nieuwe oogst is nu al op de fysieke markt te verkopen voor €300 per ton achter de combine. Dat is ongeveer een derde hoger dan de poolprijzen van vorig jaar.
In een omgeving waarin gasolie en kunstmest schreeuwend duur zijn en het middelenpakket voor uien en aardappelen flink is uitgedund en er twijfels zijn over de beschikbaarheid van diverse gewasbeschermingsmiddelen kan de boer weleens andere keuzes maken. Dat gaat eigenlijk op voor alle akkerbouwgewassen van aardappelen, uien en peen tot contractteelten als witlofpennen of conservenerwten. Een teelt met een hoger risico is ineens een stuk minder aantrekkelijk als je het afzet tegen graan bij de huidige prijzen. Een eerste signaal is door telers in elk geval al afgeven door een run op zomergraan. Verschillende leveranciers zitten al krap of geven aan dat het nu wel heel hard gaat met de voorraad zaaizaad van vooral zomertarwe.