De Nederlandse landbouw gebruikte in 2020 net iets minder dan 5 miljoen kilo gewasbeschermingsmiddelen (GBM) zo blijkt uit de cijfers van het CBS. Het totale gebruik van GBM's is daarmee 11% gedaald ten opzichte van de vorige meting in 2016.
In totaal is er in 2020 4.986.821 kilo werkzame stof gebruikt. Middelen voor de bestrijding van schimmels en bacteriën zijn met bijna 2,2 miljoen kilo de grootste groep, gevolgd door middelen tegen insecten en mijten met ruim 1,3 miljoen kilo en middelen voor onkruidbestrijding en loofdoding met circa 1,2 miljoen kilo. Dat het gebruik van GBM's in 2020 is gedaald ten opzichte van 2016 heeft hoogst waarschijnlijk ook met het verloop van het groeiseizoen te maken. Door de relatief droge zomer van 2020 waren omstandigheden minder gunstig voor schimmels in vergelijking met de relatief natte zomer van 2016. Voor de insecten waren de omstandigheden juist beter in 2020 en dat is in de cijfers van het CBS terug te zien.
Veel gebruikte middelen verdwijnen
In een vergelijking tussen de cijfers van het CBS en de lijst van toegelaten stoffen van het Ctgb valt op dat voor verschillende in 2020 veel gebruikte stoffen de toelating inmiddels verlopen is of binnenkort verloopt. In de uitsplitsing naar actieve stof is Mancozeb in 2020 nog één van de belangrijkste middelen in de groep van fungiciden. Met 1,3 miljoen kilo zijn de middelen met Mancozeb goed voor 60% van alle schimmelbestrijders die in 2020 zijn toegepast. In de consumptieaardappelteelt is dat aandeel 67% en bij zaaiuien is dat zelfs 87%. De toelating van deze veel gebruikte actieve stof verloopt echter. Het Ctgb heeft de opgebruiktermijn van een groot aantal middelen die afgelopen seizoen (2021) nog beschikbaar waren op 3 januari 2022 vastgesteld. Daardoor zijn er voor het komende seizoen geen op Mancozeb gebaseerde middelen meer beschikbaar.
Een andere actieve stof die in 2020 nog volop werd gebruikt is Chloorprofam. Met in totaal bijna 40.000 kilo is dit natuurlijk een veel minder gebruikte stof. Voor sommige teelten, zoals uien, was Chloorprofam een belangrijk middel. In de zaaiuienteelt had het middel in 2020 een aandeel van bijna 20% van de gebruikte herbiciden. Voor het seizoen 2021 is Chloorprofam al niet meer toegelaten. De gevolgen daarvan zijn dit seizoen echter enigszins verbloemd door het verloop van het groeiseizoen, de bodemherbiciden hebben goed werk gedaan.
De zorgen vanuit de agrarische sector over een voldoende effectief, werkbaar en betaalbaar middelenpakket worden door de cijfers van het CBS indirect bevestigd. Met name op het gebied van de bestrijding van schimmels staat de sector door het wegvallen van het breed werkende middel Mancozeb voor een flinke uitdaging komend seizoen.