De prijzen voor stikstof- en fosfaatkunstmest bereikt wereldwijd op veel plaatsen een recordhoogte. Niet alleen de hoge productiekosten van stikstof tellen door, ook exportbeperkingen voor bijvoorbeeld fosfaat zijn merkbaar.
Fabrikanten van stikstofkunstmest in Europa zijn grotendeels afhankelijk van de gasprijs. Die is sinds begin oktober meer dan gehalveerd toen Rusland eindelijk de gaskraan richting de Europese Unie verder opendraaide. Op 15 november noteert de termijnmarkt voor aardgas een prijs van €4,26 per MMBtu (1 miljoen British Thermal Unit) terwijl die prijs eind oktober nog ver boven de €5 per MMBtu stond. Een jaar eerder werd €2,26 betaald. Daarmee blijft de gasprijs relatief hoog.
Prijsrecords
Een dalende gasprijs is positief nu de temperaturen dalen en meer gestookt wordt. Of het direct de zorgen van de kunstmestmarkt oplost, is zeer de vraag. Kijkend naar de wereldmarkt dan blijft deze record na record breken. Onder andere in de VS, Australië en Afrika. In Europa merken we er iets minder van momenteel. Fabrikanten varen overigens wel bij de huidige markt, zo blijkt uit hun financiële cijfers.
Wat de wereldmarkt momenteel sterk beïnvloedt is het exportverbod vanuit China. Eind september werd duidelijk dat het land stopt met het uitvoeren van fosfaatkunstmest. Rusland volgde ruim een maand later met hun eigen verbod. In ons land merken we daar niet zoveel van in directe zin. We betrekken onze meststoffen uit andere landen. Wereldwijd zet het de markt flink op zijn kop. Ureum en ammonium bereikte beide recordprijzen van $1000 per ton of meer. Prijzen die akkerbouwers in de VS of Australië moeten betalen, liggen inmiddels rond $1300 per ton of meer.
Bovenstaande landen worden momenteel zwaar geraakt vanwege hun importafhankelijkheid. Zo importeert de VS 20% van zijn ureum uit Rusland. Voor ammoniumnitraat is dat zelfs 40%. Australië is weer sterk afhankelijk van China voor fosfaat en koopt nu noodgedwongen product van Marokko, waar de Nederlandse fosfaat ook van afkomstig is.
Bouwplanwijzigingen
Dure kunstmest zorgt voor een kostprijsverhoging van de teelt en uiteindelijk een hogere inflatie (lees: hogere voedselprijzen). Ook passen boeren hun bouwplan aan. Analisten schatten in dat het areaal korrelmaïs – dat zeer veel stikstof vraagt – met 1 miljoen hectare afneemt ten faveure van sojabonen. Ook in Australië en Canada maken akkerbouwers de balans op en kiezen ze voor een andere teelt. Vooral vlinderbloemigen zijn populair.
In Nederland komt het waarschijnlijk niet zover en slikken telers noodgedwongen de prijzen. Het is vooral een probleem om überhaupt kunstmest aan te kopen nu nagenoeg alle leveranciers een verplichte inkoopstop hebben. In de voorverkoop zijn grote volumes vastgelegd die achteraf helemaal niet voor handen bleken te zijn. In heel Europa luiden belangenbehartigers de noodklok over een mogelijk kunstmestgebrek en de hoge kosten die hierbij gepaard gaan.
Kostprijs aardappelen
Voor consumptieaardappelen op kleigrond nemen de kunstmestkosten komend seizoen toe met €270 per hectare. Dat becijferde de Producenten Organisatie Consumptieaardappelen (POC) recent in een kostprijsberekening. Voor de stikstof gaat het uit van een verdubbeling van de kosten. Voor fosfaat en kali is dat +30%. Gezien de huidige markt zijn die percentages voorzichtig te noemen. Reken je alle prijsstijgingen door, dan komt de kostprijs ruim 1,5 cent per kilo hoger uit af land. In de bewaring op april is dat 2 cent. Voor de lange bewaring (eind juni) kijk je dan tegen een minimale opbrengstprijs van €0,25 aan, inclusief marge voor de teler.
Hoe de situatie volgend voorjaar is, blijft koffiedik kijken. Dit is mede afhankelijk van het verloop deze winter. Moet er flink gestookt worden of kunnen de gasprijzen verder dalen. Daarnaast is de wereldmarkt op z'n zachtst gezegd broos geworden met twee belangrijke exportbeperkingen. Dat zet druk op andere bestemmingen. Misschien dat nieuwe grote stijgingen voor stikstof even uitblijven en dat het nu de beurt is aan fosfaat of kali.