Forse daling van areaal aardappelen in Nederland

Dit komt naar voren uit de voorlopige resultaten van de Landbouwtelling van het CBS die vandaag (woensdag 30 juni) zijn gepubliceerd. Het areaal consumptieaardappelen is dit jaar met 6,5% geslonken ten opzichte van 2020. Het areaal consumptieaardappelen komt daarmee uit op 72.000 hectare, bijna 5.000 minder dan vorig jaar.

De Nederlandse krimp van het areaal is daarmee vergelijkbaar met die in Vlaanderen en steviger dan die in Frankrijk. Poot- en zetmeelaardappelen zijn juist iets meer gepoot, van beide is het areaal met bijna 1% gegroeid. In totaal staan er dit seizoen 45.600 hectare zetmeelaardappelen en 44.200 hectare pootaardappelen.

Sinds 2000 is het areaal pootaardappelen met 5,4% toegenomen terwijl, het areaal consumptieaardappelen in dezelfde periode met 17,9% daalde en het areaal zetmeelaardappelen met 10,9% kromp. Consumptieaardappelen beslaan ook dit jaar het grootste deel van het Nederlandse aardappelareaal met 44,5%. Zetmeelaardappelen en pootaardappelen zijn dit jaar goed voor respectievelijk 28,2% en 27,3% van het areaal.

Meer uien
In plaats van aardappelen kiezen akkerbouwers meer en meer voor uien in het bouwplan. Dit jaar is het areaal zaaiuien met maar liefst 11,3% gegroeid. Dat is ruim 3.000 hectare meer dan vorig jaar. Het totale areaal zaaiuien komt daarmee uit op 30.400 hectare. Ten opzichte van het jaar 2000 is het areaal zaaiuien daarmee zelfs verdubbeld.

Het tarweareaal is met 9,8% gegroeid ten opzichte van vorig jaar en komt uit op ruim 120.000 hectare. Er is bijna 15.000 hectare wintertarwe extra gezaaid of te wel een uitbreiding van 15,9%. Daar staat tegen over dat er bijna 25% minder zomertarwe is gezaaid. Ook het areaal gerst is flink gekrompen met bijna 22%.

Het totale akkerbouwareaal komt dit jaar uit op 529.000 hectare, een groei van 0,3% ten opzichte van vorig jaar. De laatste 3 jaar blijft het akkerbouwareaal stabiel, maar sinds 2000 is het areaal gekrompen met ruim 100.000 hectare oftewel daling van 16,7%.