Telers in de traditionele peenregio's klagen dat het rendement van de teelt staat onder druk. De prijzen waren het afgelopen seizoen redelijk tot goed, maar de kwaliteit van de peen was het grote probleem. Is dat reden om te stoppen met de relatief dure teelt of zijn er gebieden waar telers wel brood zien in peen?
Volgens verschillende zaadleveranciers is er in het peenareaal een verschuiving gaande. Er is meer vroege peen gezaaid en minder bewaarpeen. Het totale areaal is dit seizoen zeker niet uitgebreid, maar van krimp is ook geen sprake volgens verschillende insiders. Exacte cijfers zijn nog niet te geven. Het teeltgebied verschuift wel wat van het noorden naar het zuiden van het land, zei het niet zo extreem als bij de uien waar de omgekeerde weg wordt bewandeld.
Grote verschillen
De vroege peen is over het algemeen onder uitstekende omstandigheden gezaaid en staat er nu goed op. De regen in april en mei heeft voor problemen gezorgd bij het ruggentrekken voor de bewaarpeen. Door de (extreme) neerslag in sommige gebieden hebben verschillende telers lang moeten wachten voordat de grond bekwaam was.
Er is daarom nog relatief veel peen pas begin juni gezaaid. Het scherpe droge weer van de laatste anderhalve week is niet bepaald gunstig, met name voor deze late percelen en telers zijn dan ook bezig met beregenen.
Krimp in het noorden
Dat het areaal in het noorden (Noord-Holland, Flevoland en langs de Waddenkust) krimpt heeft verschillende oorzaken. Peen wordt akkerbouwmatig geteeld maar het is een groentegewas. "De teelt er even bij doen", valt tegen volgens teeltvoorlichters. Je moet er boven op zitten om de teelt te laten slagen. En dat valt bij sommige akkerbouwers in het drukke voorjaar niet mee.
De afgelopen jaren hebben we vooral in het voorjaar met droogte te kampen gehad. Percelen die eigenlijk niet geschikt/te zwaar zijn voor peen, komen dan boven drijven. Er is volle bak beregend, maar dat blijft toch een beetje een lapmiddel. Beregenen voor de opkomst lukt goed, maar verder in het seizoen is het belangrijk dat het vocht door de hele rug trekt. En dat is met beregenen vaak lastig met kwaliteitsproblemen tot gevolg.
Wat ook een rol speelt is dat sommige telers nogal eens een te krappe vruchtwisseling hanteren. 1 op 6 gaat een aantal jaar goed volgens verschillende teeltvoorlichters, maar op de langere termijn liggen kwaliteitsproblemen (vlekken) op de loer. Deze telers kiezen om de rotatie te verruimen of om te stoppen met de teelt. Omdat peen bij de meeste telers maar een relatief klein aandeel heeft in het bouwplan en veel boeren een groot deel van het werk uitbesteden, is de stap om te stoppen met de peen teelt vrij makkelijk te nemen.
Groei in het zuiden
De afgelopen jaren was de peen in het begin van het seizoen goed aan de prijs. Dat heeft de aandacht getrokken van telers in het zuidoosten van het land. Een mooi rendementsvooruitzicht in combinatie met geschikte grond heeft daar de nodige telers over de streep getrokken om met de peenteelt te beginnen of de teelt uit te breiden.
De groei in het zuidwesten wordt volgens enkele insiders vooral veroorzaakt door Belgische afnemers. Qua logistiek ligt dit gebied gunstig voor de afzet naar België en de zavel en lichte klei gronden zijn geschikt voor de teelt van bewaarpeen. Gebrek aan zoet water voor beregening is een sommige delen wel een risico bij de teelt.