Verschillende telers hebben afgelopen herfst al de keuze gemaakt minder aardappelen te poten. In plaats daarvan hebben ze in de meeste gevallen besloten meer wintertarwe te zaaien. Andere akkerbouwers zijn afgeschrikt daar de lagere contractprijzen voor aardappelen en hebben pas in de winter het besluit genomen minder te poten. Zij zijn te laat om nog wintergraan te zaaien en zoeken een ander gewas. Wat is het alternatief?
Mede door de hoge graanprijzen op de termijnmarkt kan zomergraan een mooi alternatief zijn. Het rendement is natuurlijk wel lager dan dat van aardappelen. Als rustgewas in een intensief bouwplan biedt het landbouwkundig gezien wel de nodige voordelen. Bij zomergraan is de keuze uit gerst en tarwe. Beide hebben hun voor- en nadelen. Qua financiële opbrengst en teeltkosten kunnen beide gewassen met elkaar concurreren.
Gerst kan nog laat gezaaid worden
Zomergerst kan tot eind april/begin mei gezaaid worden. Zomertarwe moet voor de maximale opbrengst zo vroeg mogelijk gezaaid worden. Zaaien van zomertarwe kan tot half april, maar dan worden de hoogste opbrengsten niet meer gehaald. Wanneer er pas later gezaaid kan worden, verdient zomergerst dan ook de voorkeur. Zomertarwe is minder gevoelig voor een matige of slechte structuur. Bij zomertarwe zijn ook meer mogelijkheden voor onkruidbestrijding. Als het perceel in de herfst erg verreden of vervuild is, kan zomertarwe ook bij laat zaaien de voorkeur genieten.
De bemestingsnormen zijn voor zomergraan aan de krappe kant. Voor een topopbrengst is meer stikstof nodig dan wettelijk is toegestaan. Zomertarwe biedt goede mogelijkheden dierlijke mest toe te passen. Bij zomergerst wordt dat door de meeste voorlichters afgeraden. De oogst van zomergerst is eerder dan zomertarwe. Het is daarmee in veel gevallen mogelijk nog een goede groenbemester te telen na gerst.
Opbrengst ontloopt elkaar niet veel
De hectare opbrengsten van zomergerst komen de laatste jaren steeds meer in de buurt van zomertarwe. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2020 gemiddeld 6,4 ton zomertarwe per hectare is gedorst en 6,2 ton per hectare zomergerst. Het droge voorjaar in 2020 was een flinke hindernis om de gewassen aan de gang te krijgen. In 'normale' jaren liggen de gemiddelde opbrengsten rond de 7 ton en zijn uitschieters van (ver) boven de 8 ton per hectare zeker niet ongewoon.
Met de keuze voor een brouwgerst kan een brouwpremie behaald worden. De premie varieert per jaar en per afnemer. Over het algemeen is de prijs van brouwgerst ongeveer gelijk aan de voer/zomertarweprijs. De graanpool van Agrifirm betaalde afgelopen jaar een basispremie van ongeveer €160 per ton voor zowel tarwe als gerst. CZAV betaalde in de pool €166 per ton voor zomertarwe en €170 per ton voor brouwgerst. Voor zover het de prijs betreft ontlopen zomergerst en -tarwe elkaar niet veel. Welk gewas de voorkeur verdient hangt dan ook vooral af van de omstandigheden op het perceel en de eerdere ervaringen van de de teler.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.