Het ministerie van landbouw legt de akkerbouw maatregelen op om de afspoeling van meststoffen te voorkomen. Akkerbouwers kunnen daarvoor uit 3 maatregelen kiezen. De effectiviteit is echter niet bewezen en over de praktische uitvoering en gevolgen van de maatregelen voor de ruggenteelten lijkt niet na gedacht. Moet deze wetgeving niet van tafel?
Kort gezegd zijn er 3 mogelijkheden in de ruggenteelten voor het komend seizoen. Op een perceel klei- of lössgrond dat grenst aan een watergang en wordt gebruikt voor een ruggenteelt, moeten 1 of meerdere van de volgende maatregelen genomen worden.
Dat is ten eerste drempels tussen de ruggen van tenminste 5 centimeter hoog en op maximaal 2 meter van elkaar. De drempels mogen bij extreme weersomstandigheden wel worden weggehaald om gewasschade te voorkomen. Ten tweede kan een greppel aanleggen rondom het perceel die onder niet extreme omstandigheden al het water van een perceel vasthoudt. En ten derde een teeltvrije en onbemeste zone van minimaal 3 meter langs de watergang.
Niet bewezen
Wageningen Plant Research, Louis Bolk Instituut, Nutriënten Management Instituut, Wageningen Environmental Research en Deltares hebben de effectiviteit van de maatregelen onderzocht. Uit die bevindingen blijkt dat de effectiviteit van de maatregelen niet is bewezen, concludeert Stichting AgriFacts. Jaap Haanstra, de voorzitter van Stichting AgriFacts, zegt hierover: "het onderzoek naar de drempeltjes is gedaan op een perceel met een gemiddeld hellingspercentage van 4,4% naar de effecten op watererosie. Die data is niet 1 op 1 van toepassing op vlakke percelen, waar watererosie niet of nauwelijks een rol speelt."
Ook de effectiviteit van de andere maatregelen is volgens hem niet aangetoond. "Wetgeving moet worden gemaakt op basis van feiten. Dat we nu al meer dan 14 dagen wachten op de beantwoording van onze vragen, geeft te denken over de onderbouwing van de door het ministerie ingevoerde maatregelen", aldus Haanstra.
Ook Teun de Jong, voorzitter van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV), zet grote vraagtekens bij de maatregelen. 3 vragen aan hem.
Zijn volgens u de ingevoerde maatregel uitvoerbaar?
De Jong: "Het lijkt dat er onvoldoende is nagedacht over de praktische uitvoerbaarheid. Hoe houd je bijvoorbeeld de drempels in stand bij het selecteren van pootgoed? LNV zet in op vermindering van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Maar mechanische onkruidbestrijding wordt met de nieuwe maatregelen zo goed als onmogelijk. Dat de drempels mogen worden weggehaald bij extreme neerslag is ook niet uitvoerbaar. Als er een lage plek is in een perceel, graaf je juist voor de regen een greppel. Als er eenmaal water staat, is het perceel niet meer fatsoenlijk te betreden en ben je te laat. Bij het loofklappen of rooien wordt het afstellen de machines lastig. Daarbij komt dat het comfort van de chauffeur door de drempels niet bepaald toeneemt."
Zijn er alternatieven voor de maatregelen van LNV?
"Een boer heeft geen enkel belang bij het afspoelen van mineralen. Hij probeert nu al te voorkomen dat dure kunstmest in de sloot komt in plaats van bij de plant. Er zijn goede alternatieven voor de ingestelde maatregelen. Door bijvoorbeeld het monteren van een cultivatortand achter de aanaardkap wordt het infiltrerend vermogen van de grond vergroot en bereik je hetzelfde effect. In de praktijk wordt dit al veel toegepast. Maar LNV heeft deze optie van tafel geveegd omdat dit niet controleerbaar zou zijn."
Hoe nu verder?
"De huidige wetgeving is ingevoerd als Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die onder de mestwetgeving is onder gebracht. Door deze constructie is het lastig om de wet via de rechter aan te vechten. Er lijkt nu wel een Kamermeerderheid om de wet ongedaan te maken. Als belangenorganisatie maken wij ons hier hard voor. We hopen dan ook dat de kamer de wet alsnog intrekt."