Meer dan de helft van de akkerbouwers wil binnen nu en 5 jaar precisielandbouwtechnieken toepassen, zo meldt Rabobank Food & Agri Research naar aanleiding van nieuw onderzoek. Daarbij is het plaatsspecifiek toepassen van gewasbeschermingsmiddelen de meest populaire optie.
Uit het onderzoek blijkt dat 64% van de 233 respondenten (klanten van Rabobank) binnen nu en 5 jaar één of meer precisielandbouwtechnieken wil toepassen. Daarvan geeft 47% aan dat het plaatsspecifiek toepassen van gewasbeschermingsmiddelen de eerste voorkeur heeft, waarmee het gebruik van deze techniek ten opzichte van 2020 met 28% is toegenomen. Ook het variabel toedienen van stikstofbemesting is interessant. In 2025 wil 35% van de akkerbouwers deze techniek toepassen.
Efficiënter gebruik van middelen
De belangrijkste reden om van precisielandbouwtechnieken gebruik te maken is het feit dat hierdoor efficiënter gebruik gemaakt kan worden van gewasbeschermingsmiddelen. Ongeveer 64% van de respondenten heeft dit als grootste voordeel aangegeven. Daarna volgen nauwkeurigheid (44%) en het efficiëntere gebruik van meststoffen (42%). In vaktijdschriften wordt het verhogen van gewasopbrengsten vaak als grootste voordeel genoemd, maar dit blijkt dus niet uit het onderzoek van Rabobank. Slechts 25% ziet een hogere gewasopbrengst als een voordeel.
Overigens geeft slechts 18% van de respondenten aan in de huidige precisielandbouw een techniek te zien die de ondernemer tijd bespaart. "Je kunt dus stellen dat er een belangrijke opgave ligt voor de leveranciers om de techniek gebruiksvriendelijker te maken", zo vertelt Stefan van Merrienboer, analist bij Raboresearch F&A.
Hoge investeringskosten
Overigens biedt precisielandbouw volgens de respondenten niet alleen maar voordelen. Het grootste heikel punt zijn de hoge (eenmalige) investeringskosten. Zo'n 60% van de akkerbouwers geeft aan dat dit een reden is om (voorlopig) geen gebruik te maken van precisielandbouw op het bedrijf. Ook het feit dat apparatuur van verschillende leveranciers niet voldoende op elkaar aansluit, is een struikelblok voor veel akkerbouwers (55%).
"Wij merken dat boeren twijfelen of de investeringen in tijd en geld wel lonend genoeg gaan zijn. En daarbij speelt ook mee dat de doorvertaling van de techniek naar specifieke bedrijfsomstandigheden vaak ontbreekt", zo licht Van Merrienboer toe.
Wie is eigenaar van data?
Volgens de akkerbouwers speelt data over 5 jaar een grotere rol bij het nemen van beslissingen over de teelt (32%) en de teeltbegeleiding (30%). "Als meer bedrijven data willen delen, zorgt dit voor een verandering in de relatie tussen akkerbouwers en ketenpartijen. Door data te delen kun je bijvoorbeeld op basis van historische verbruikscijfers automatisch meststoffen bestellen."
Toch zorgt deze ontwikkeling nog wel voor onzekerheid. Voor 15% van de respondenten is de onduidelijkheid over eigendom van bedrijfsdata een probleem en 9% meldt eerst te willen weten wie eigenaar is van de data voordat ze doorgaan met investeren in precisielandbouw. Wel geeft 53% van de akkerbouwers aan dat een aanschafsubsidie of bijdrage vanuit ketenpartijen hen stimuleert om over te gaan op de trend van datavergaring.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.